Plan: | IJzerenkuilenweg 21 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0938.BP03010-VG01 |
het bestemmingsplan 'IJzerenkuilenweg 21' met indentificatie nummer NL.IMRO.0938.BP03010-VG01 van de gemeente Meerssen;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de daarbij bijbehorende regels en bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
het bedrijfsmatig, geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen en het installeren van goederen waarbij het accent niet ligt op massavervaardiging, alsook het verkopen en/of leveren, als ondergeschikte activiteit, van goederen die verband houden met het ambacht.
bouwwerken, geen gebouw zijnde.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit oude tijden.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
een in de verbeelding van het plan of in de regels aangegeven percentage, dat het deel van het bestemmingsvlak dan wel van een bouwvlak aangeeft dat ten hoogste mag worden bebouwd.
vormen van bedrijf naar aard en omvang gelijk te stellen met of zoals opgenomen in Bijlage 1 bij de regels, conform de bijlage uit de brochure Bedrijven en milieuzonering.
de eerste bouwlaag boven het peil.
onroerende monumenten welke zijn ingeschreven in de ingevolge de Monumentenwet 1988 vastgestelde registers of krachtens een gemeentelijke verordening bescherming genieten.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bevoegd gezag als bedoeld in artikel 2.4 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
een gebouw dat in stedenbouwkundig en architectonisch opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw, met dien verstande dat het functionele gebruik van het gebouw in relatie tot het hoofdgebouw niet relevant is, maar wel ten dienste staat van het hoofdgebouw.
de grens van de (bouw)aanduiding 'bijgebouwen'.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grondlaag en met uitsluiting van onderbouw/kelder en zolder;
ter verduidelijking:
bij bepaling van één bouwlaag gelden de bepalingen zoals die zijn opgenomen in het bouwbesluit en de bouwverordening en overige zich onder de kap bevindende ruimten met een maximale hoogte van 3,50 meter voor woningen en 4,50 meter voor andere gebouwen.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
een bouwwerk met tenminste een dak en niet of aan maximaal twee zijden van wanden voorzien, inclusief bestaande wanden.
de aan het bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt;
ter verduidelijking:
daarbij gaat het om archeologisch, historisch-landschappelijk en/of historisch-bouwkundig waardevolle zaken, zoals die tot uitdrukking kunnen komen in archeologische elementen, bodemprofiel en reliëf (met name oude akkers), beplanting, verkaveling, slotenpatroon en bebouwing.
het bedrijfsmatig te koop of te huur of in lease aanbieden, waaronder begrepen het uitstallen ten verkoop of verhuur of leasing, alsmede het verkopen en/of leveren en/of bewaren van goederen aan personen die, die goederen kopen respectievelijk huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
ter verduidelijking:
dienstverlening door een horecabedrijf, een coffeeshop en een sekswinkel worden hieronder niet begrepen.
kleinschalige nutsvoorzieningen, zoals transformatorhuisjes en schakelkastjes, kabels en leidingen, straatvoorzieningen, telefooncellen e.d.
bedrijf gevoerd door een natuurlijk persoon, groep van personen, en/of rechtspersoon die prostitutie aanbiedt, die uitgeoefend wordt op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte of woning.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie, situering, afmetingen of bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken.
een alleenstaande, dan wel twee of meerdere personen die een duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren of willen voeren.
alle rijks- en gemeentelijke monumenten, welke van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde, alsmede terreinen van belang wegens de aanwezigheid daar van voornoemde zaken.
voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer, waaronder electriciteitsvoorzieningen, gasregelstations en pompinstallaties.
een functie die qua omvang en uitstraling ondergeschikt is aan een op dezelfde plaats voorkomende (hoofd)functie, maar indien dat in de bestemmingsomschrijving niet expliciet is aangegeven aan die functie niet ten dienste hoeft te staan c.q. daar functioneel mee verbonden hoeft te zijn.
het bouwen en in gebruik nemen van de ruimte onder het peil.
ter verduidelijking:
over het algemeen kan aangenomen worden dat het peil bij bestaande bebouwing gelijk is aan de bovenkant van de afgewerkte begane grondvloer.
een deel van het Nederlands grondgebied van welk deel de Dienst voor het kadaster en openbare register, de begrenzing met behulp van landmeetkundige gegevens heeft vastgelegd op grond van gegevens betreffende de rechtstoestand, bestemming en het gebruik dat door zijn kadastrale aanduiding is gekenmerkt.
de kwaliteit van de ruimte als bepaald door de gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van die ruimte.
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotische-pornografische aard plaatsvinden.
onder seksinrichtingen worden in ieder geval verstaan:
een (raam-)prostitutiebedrijf, een seksclub, een privé-huis, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
ruimtelijke verschijningsvorm van de bestaande bebouwing, die wordt bepaald door de situering, de aansluitende terreinen, de bouwmassa's, de gevelindeling en de dakvormen.
de Structuurvisie Buitengebied gemeente Meerssen zoals vastgesteld op 31 mei 2012.
gedeelte van één of meer bouwwerken op een perceel met dezelfde bestemming, met ten minste één verblijfsruimte bestaande uit een of meer op dezelfde bouwlaag gelegen aan elkaar grenzende ruimten anders dan een toilet-, bad-, technische of verkeersruimte.
recreatie in ruimten welke zijn bestemd of opgericht voor recreatief nachtverblijf zoals recreatiewoningen, Bed en Breakfast, logeergebouw, door personen die elders een woon- of verblijfplaats hebben.
ruimte voor het verblijven van mensen, dan wel een ruimte, van één of meer bouwwerken op een perceel met dezelfde bestemming, waarin dezelfde kenmerkende activiteiten plaatsvinden.
het vloeroppervlak van ruimten die worden of kunnen worden gebruikt voor een winkel en/of bedrijfsactiviteiten.
gevel van een gebouw die is gelegen aan de zijde van de openbare weg en die in ruimtelijk opzicht de voorkant van het gebouw vormt.
de bouwgrens/lijn die is gelegen aan de zijde van de aan de weg gelegen perceelsgrens, die uitgezonderd toegelaten afwijkingen, bij het bouwen aan de wegzijde of de van de weg afgekeerde zijde niet mag worden overschreden;
ter verduidelijking:
onder bouwgrens valt zowel de grens van een bouwvlak als de grens van de aanduiding 'bijgebouwen'.
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging en waterkwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, gemalen, inlaten etc.
door de gemeenteraad benoemde onafhankelijke commissie/deskundige, die aan het bevoegd gezag advies uitbrengt ten aanzien van de vraag of het uiterlijk of de plaatsing van een bouwwerk of standplaats, in strijd is met redelijke eisen van welstand.
een voor het rij- of ander verkeer bestemde weg of pad, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de weg of pad behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de weg liggende en als zodanig aangeduide parkeergelegenheden.
een gebouw of een gedeelte van een gebouw, geschikt en bestemd voor de zelfstandige huisvesting van één huishouden; hiervan is ook sprake bij een kamerverhuurbedrijf, waarbij de kamers afzonderlijke wooneenheden vormen, indien daarbij centrale voorzieningen aanwezig zijn, zoals een keuken, een douche en andere centrale voorzieningen.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de zijdelingse grenzen van een bouwperceel en enig punt van het op dat bouwperceel voorkomend (hoofd-)gebouw, waar die afstand het kortst is.
het percentage van een bouwperceel dat met gebouwen mag worden bebouwd. Voor zover in de verbeelding van het plan bouwgrenzen zijn aangegeven wordt het bebouwingspercentage berekend over het gebied binnen de bouwgrenzen.
binnenwerks op de vloer van de ruimten die worden of kunnen worden gebruikt voor bedrijfsactiviteiten.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
op de vloer van de bouwlaag, tussen de binnenzijde van de gevelmuren (en/of gemeenschappelijke scheidingsmuren).
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van een goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
de afstand tussen de scheidende vloerdelen gemeten van bovenkant afgewerkte vloer tot bovenkant afgewerkte vloer.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
de buitenwerks (tussen de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren) gemeten afstand.
vanaf peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken of ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, lichtkoepels, gevel- en kroonlijsten, en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- en/of de bestemmingsgrens met niet meer dan 0,50 meter wordt overschreden. Voor luifels, erkers en balkons geldt dat de bouw- en/of bestemmingsgrens met niet meer dan 1,00 meter wordt overschreden en op de voor 'Bedrijventerrein - Luchthaven' aangewezen gronden de basisuitgangspunten van de beeldkwaliteitscriteria zoals deze in het Masterplan Businesspark MAA d.d. mei 2005 zijn opgenomen, naar het oordeel van de ‘welstandscommissie’ niet onevenredig worden geschaad.
De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen, voor zover niet strijdig met dit artikel, van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 15.4.
Op de voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden mag niet worden gebouwd, met uitzondering van:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen overeenkomstig de regeling zoals opgenomen in artikel 15.3.
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van de aanleg van kleinschalige recreatieve voorzieningen (zit- en schuilgelegenheid, picknickplaatsen) mits de aanleg geen onevenredige afbreuk doet aan het agrarisch gebruik en de belangen van natuur en landschap, met dien verstande dat:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden voor en/of als:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van bouwwerken voor en/of als:
Het is verboden op of in de voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 3.6.1 vervatte verbod geldt niet voor werkzaamheden:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 3.6.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de in de 3.1.1 genoemde waarden, belangen en doeleinden niet onevenredig nadelig worden of kunnen worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de eerstbedoelde waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Met de daarbij horende:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen, voor zover niet strijdig met dit artikel, van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 15.4.
Op de voor 'Wonen'aangewezen gronden mogen uitsluitend een vrijstaande woning en bijgebouwen worden gebouwd en de daarbij horende andere bouwwerken, niet zijnde overkappingen, die qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen.
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' gelden de volgende regels:
Voor het bouwen gelden de volgende overige regels:
het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen overeenkomstig de regeling zoals opgenomen in artikel 15.3.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het toevoegen van een extra bouwlaag aan aangebouwde bijgebouwen bij vrijstaande woningen, onder de voorwaarden dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het verhogen van de goothoogte van aangebouwde bijgebouwen bij grondgebonden woningen, niet zijnde vrijstaande woningen, met 1.00 meter, mits de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 4/5 van de bouwhoogte van het hoofdgebouw, onder de voorwaarden dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het oprichten van een carport of overkapping tussen de grens van de aanduiding 'bijgebouwen' en de voorgevelrooilijn, onder de voorwaarden dat:
het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het oprichten van bouwwerken geen gebouwen zijnde met een grotere bouwhoogte, met dien verstande dat:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van parkeervoorzieningen aan derden en het gebruik van de grond anders dan voor:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van opstallen voor:
Het verbod om de voor 'Wonen' aangewezen gronden en opstallen te gebruiken als beroepsmatige werk- en/of opslagruimte is niet van toepassing op het gebruik van ruimten binnen de woning of in de bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het gebruik van een bestaand aangebouwd bijgebouw als afhankelijke woonruimte, onder de voorwaarden dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van een aan huis verbonden bedrijf onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van een verblijfsrecreatieve voorziening in de vorm van Bed en Breakfast onder de voorwaarden dat:
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor bovengrondse leidingen voor de transmissie van elektriciteit. De hartlijn van de leiding voor de transmissie van elektriciteit is gelegen ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - hoogspanningsverbinding'.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de overige dubbelbestemmingen, bestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen, voor zover niet strijdig met dit artikel, van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 15.4
Op de voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden mogen, in afwijking van het bepaalde in de afzonderlijke artikelen, uitsluitend worden gebouwd:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het bouwen van bouwwerken binnen de voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden, met dien verstande dat:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de gronden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 5.3.1 ten behoeve van het uitvoeren van de vermelde activiteiten, met dien verstande dat:
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de aldaar voorkomende andere bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van de archeologische waarden en oudheidkundige waardevolle elementen en/of terreinen, een en ander conform de als Bijlage 3 bij deze regels gevoegde Archeologische beleidskaart.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 15.4.
Als ten behoeve van het oprichten van een bouwwerk, de bodem van gronden aangewezen voor 'Waarde - Archeologie' zal worden verstoord voor een oppervlakte en tot een diepte groter dan aangegeven in onderstaande tabel, geldt voor de verschillende waardecategoriën, zoals nader aangeduid in de als Bijlage 3 bij deze regels gevoegde Archeologische beleidskaart en het bepaalde in artikel 6.2.2.
Waardecategorie volgens beleid | Vrijstellingsgrens | Diepte binnen kom | Diepte buiten kom |
4. Gebied met hoge trefkans | 500 m² | 50 cm | 30 cm |
6. Gebied met lage trefkans | 25.000 m² | 50 cm | 40 cm |
Voor waardecategorie 3 en 4 dient aan het bevoegd gezag een rapport te worden overlegd waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld.
De omgevingsvergunning voor het bouwen wordt uitsluitend verleend indien:
Het bevoegd gezag de volgende voorschriften verbinden aan de vergunning:
Het voorgaande is niet van toepassing indien de aanvraag betrekking heeft op:
Bij toepassing van een in dit bestemmingsplan opgenomen afwijkings- of wijzigingsbevoegdheid is het verboden op of in de voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in artikel 6.3.1 is niet van toepassing voor de werken en werkzaamheden:
De in artikel 6.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 6.3.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de in artikel 6.1.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig nadelig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van de bedoelde waarden, niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.
Het bevoegd gezag kan de volgende voorschriften aan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, verbinden:
De voor 'Waarde - Landschapselementen' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor instandhouding en herstel van de in het buitengebied aanwezige kleinschalige landschapselementen en de daarmee samenhangende landschappelijke en natuurlijke waarden, alsmede het daarmee samenhangende waterbergend vermogen van de grond, een en ander zoals nader aangeduid op de als Bijlage 4 bij deze regels gevoegde kaart met landschapselementen.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de overige dubbelbestemmingen, bestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen, voor zover niet strijdig met dit artikel, van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 15.4.
Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Landschapselementen' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in 7.2.1 is niet van toepassing voor:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 7.2.1 zijn slechts toelaatbaar:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het is verboden op de in het plan begrepen gronden enig bouwwerk te bouwen, waarbij de bouwgrens wordt overschreden, uitgezonderd overschrijdingen, die volgens deze regels zijn toegestaan.
Indien afstanden tot, en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet, op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan meer bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als maximaal toelaatbaar worden aangehouden.
Indien afstanden tot, en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet, op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan minder bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als minimaal toelaatbaar worden aangehouden.
Het is niet toegestaan voor de voorgevel of in het verlengde daarvan zwembaden, jacuzzi's en vergelijkbare bouwwerken te bouwen. Voor het overige geldt voor het bouwen van zwembaden het bepaalde in 9.4.2 onder c.
Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, geen beperkingen.
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende bepalingen:
Het is verboden de gronden en bouwwerken in dit bestemmingsplan te gebruiken en/of te doen en/of het laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de gegeven bestemming(en).
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van opstallen voor het beroepsmatig verlenen van diensten op het gebied van prostitutie en/of een seksinrichting en/of escortbedrijf.
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - bodembeschermingsgebied' is duurzaam behoud van kwetsbare functies en waarden als bijzondere bescherming van de bodem noodzakelijk. Het streven is naar een kwaliteit van bodem, grondwater en landschap die voldoet aan de eisen die de aanwezige bijzondere biotische, abiotische en cultuurhistorische waarden stellen. Daarbij dient rekening gehouden te worden met dan wel afstemming te worden gezocht met het beleid ter zake van de Omgevingsverordening Limburg en het Provinciaal Omgevingsplan Limburg.
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - waterwingebied' zijn de gronden mede bedoeld voor de winning van (drink)water uit het grondwater.
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - waterwingebied' is het verboden om bebouwing en bouwwerken op te richten, die niet direct verbonden zijn aan de waterwinning, alsmede nieuwe bedrijven te vestigen. Aan bestaande bedrijvigheid, gebruik en beheer worden enkel ontwikkelingen toegestaan die geen bedreiging vormen voor de kwaliteit van de bodem en het grondwater.
Ter plaatse van de aanduiding veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen dienen nieuwe ontwikkelingen of uitbreidingen van inrichtingen vooraf in het kader van externe veiligheid te worden getoetst en te voldoen aan de plaatsgebonden en/of groepsgebonden risico's.
Het bevoegd gezag kan, gehoord Rijkswaterstaat, een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van de bouwregels ten behoeve van het oprichten van bebouwing op de gronden gelegen binnen de 'vrijwaringszone - weg 0-50 meter' overeenkomstig het bepaalde in de onderliggende bestemming, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de regels van het bestemmingsplan ten aanzien van:
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het afwijken van de regels van het bestemmingsplan, dient het onderstaande in acht te worden genomen:
Het bevoegd gezag kan het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van het in geringe mate, tot niet meer dan 2,00 meter, verschuiven van de bestemmingsgrenzen, mits dit noodzakelijk is, in verband met afwijkingen of onnauwkeurigheden van de verbeelding, ten opzichte van de feitelijke situatie, voor zover daarmee wordt beoogd een zo goed mogelijke overeenstemming tussen het plan en de werkelijke toestand te bereiken.
Het bevoegd gezag kan de bestemmingen wijzigen in de bestemming 'Water' en de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterlopen', gehoord het Waterschap, ten behoeve van het aanleggen van watergangen, waaronder regenwaterbuffers, en het herinrichten van bestaande watergangen, waaronder meandering, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan de bestemmingen wijzigen in de bestemmingNatuur ten behoeve van het oprichten van nieuwe landgoederen, met dien verstande dat de voorwaarden zoals neergelegd in de Structuurvisie Buitengebied (module 1), zoals opgenomen in Structuurvisie Buitengebied gemeente Meerssen (module 1) bij de regels van dit bestemmingsplan, in acht worden genomen.
Het bevoegd gezag kan de bestemmingen wijzigen in de bestemming Recreatie - Verblijfsrecreatie ten behoeve van de nieuwvestiging en uitbreiding van recreatieve en toeristische verblijfsfuncties, met dien verstande dat de voorwaarden zoals neergelegd in de Structuurvisie Buitengebied (module 2), zoals opgenomen in Structuurvisie Buitengebied gemeente Meerssen (module 2) bij de regels van dit bestemmingsplan, in acht worden genomen.
Het bevoegd gezag kan de bestemmingen wijzigen in de bestemming Horeca ten behoeve van het oprichten van (kleinschalige) hotels en restaurants, met dien verstande dat de voorwaarden zoals neergelegd in de Structuurvisie Buitengebied (module 3), zoals opgenomen in Structuurvisie Buitengebied gemeente Meerssen (module 3) bij de regels van dit bestemmingsplan, in acht worden genomen.
Het bevoegd gezag kan de bestemmingen wijzigen ten behoeve van de vestiging van maatschappelijke voorzieningen binnen bestaande gebouwen, met dien verstande dat de voorwaarden zoals neergelegd in de Structuurvisie Buitengebied (module 5), zoals opgenomen in Structuurvisie Buitengebied gemeente Meerssen (module 5) bij de regels van dit bestemmingsplan, in acht worden genomen.
Bij het stellen van nadere eisen wordt de volgende procedure gevoerd:
Indien en voor zover in deze regels of in de verbeelding wordt verwezen naar wettelijke regelingen, dienen deze regelingen te worden gelezen, zoals deze luiden op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
Indien en voor zover in deze regels of in de verbeelding wordt verwezen naar gemeentelijke regelingen, dienen deze regelingen te worden gelezen, zoals deze luiden op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
Ten aanzien van bouwen en parkeernormen geldt dat:
Voor parkeren in de voortuin is het collegeadvies 'Parkeren in de voortuin' d.d. 15 april 2003 van toepassing, zoals opgenomen in Bijlage 5 bij de regels: 'Parkeren in de voortuin'.
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen ten aanzien van;
een en ander op basis van een landschappelijk inpassingsplan (en/of stedenbouwkundig ontwerp) en met inachtneming van de regels als bedoeld in de Structuurvisie Buitengebied zoals opgenomen in Bijlage 6 bij de regels van dit bestemmingsplan;
In het geval van strijdigheid van belangen tussen een bestemming en een dubbelbestemming, met name aan de orde bij wijzigingsbevoegdheden, gaat het belang van de dubbelbestemming voor. De dubbelbestemming vormt het toegevoegde na te streven nieuwe beleid en levert als zodanig extra criteria op voor de uit te voeren toetsing bij de wijzigingsbevoegdheid. Kan bij wijziging niet aan deze criteria voldaan worden en/of wordt op enig vlak onevenredige nadelige schade aangebracht dan kan geen gebruik worden gemaakt van de wijzigingsbevoegdheid.
Ten aanzien van de onderlinge relatie tussen de dubbelbestemmingen geldt dat dubbelbestemmingen gericht op het instandhouden of ontwikkelen van het groene karakter en het voorkomen van bebouwing voorgaan boven dubbelbestemmingen met bebouwing. Concreet wordt in afnemende mate prioriteit verleend aan de dubbelbestemming;
Uitzondering hierop, in de vorm van nevenschikking, is mogelijk, wanneer compensatie van eventueel verlies aan kwaliteit is gegarandeerd.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan IJzerenkuilenweg 21.