direct naar inhoud van Artikel 40 Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0938.BP05000-VG01

Artikel 40 Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed

40.1 Bestemmingsomschrijving
40.1.1 Algemeen

De voor 'Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • a. het beschermen en behouden van de beschikbare afvoer- en bergingscapaciteit van het rivierbed;
  • b. het behouden van de mogelijkheid tot rivierverruiming door verbreding en verlaging.
40.1.2 Dubbelbestemmingen en aanduidingen

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de overige dubbelbestemmingen, bestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen, voor zover niet strijdig met dit artikel, van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 51.5.

40.2 Bouwregels

Op de tot 'Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed' bestemde gronden mogen geen bouwwerken worden opgericht. Bestaande bouwwerken mogen in hun huidige omvang worden gehandhaafd.

40.3 Afwijken van de bouwregels
40.3.1 Afwijken van de bouwregels ten behoeve van het oprichten of aanpassen van bouwwerken

Met dien verstande dat geen onevenredige nadelige afbreuk wordt gedaan aan het belang van het stroomvoerend rivierbed, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in 40.1 en toegestaan worden dat op de gronden binnen deze bestemming, mits positief advies is verkregen van Rijkswaterstaat, de volgende bouwwerken worden opgericht of aangepast:

  • a. waterstaatkundige (kunst)werken;
  • b. voorzieningen voor een betere en veiligere afwikkeling van de beroeps- en recreatievaart;
  • c. voorzieningen die onlosmakelijk met de waterrecreatie zijn verbonden;
  • d. de realisatie van natuur;
  • e. bedrijfsbebouwing voor bestaande grondgebonden agrarische bedrijven die redelijkerwijs niet buiten het rivierbed kan worden gerealiseerd;
  • f. een eenmalige uitbreiding van ten hoogste 10% van bestaande bebouwing,

Hierbij wordt door Rijkswaterstaat aan de volgende criteria getoetst:

    • 1. de situering en uitvoering van bouwwerken dient zodanig te zijn dat het veilig functioneren van waterstaatswerken is gewaarborgd;
    • 2. de situering en uitvoering van bouwwerken dient zodanig te zijn dat er geen sprake is van een feitelijke belemmering van toekomstige vergroting van de afvoer- of bergingscapaciteit;
    • 3. de situering en uitvoering van bouwwerken dient zodanig te zijn dat de waterstandsverhoging of de afname van het bergend vermogen zo gering mogelijk is;
    • 4. de resterende, blijvende waterstandseffecten of de afname van het bergend vermogen moeten duurzaam worden gecompenseerd, waarbij de financiering en tijdige realisering van de maatregelen gezekerd moet zijn;
    • 5. de andere aan deze gronden gegeven bestemmingen moeten het oprichten van bouwwerken toelaten;
    • 6. tevens een vergunning kan worden verleend op grond van de Waterwet.