Plan: | Meerssen |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0938.BP03013-ON01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan 'Meerssen' met identificatienummer NL.IMRO.0938.BP03013-ON01 van de gemeente Meerssen.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en bijlagen.
de uitoefening van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat op kleine schaal in een woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar functie behoudt en de desbetreffende beroepsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die passend is bij de woonfunctie. Hieronder dienen niet te worden begrepen detailhandel, escortbedrijven of seksinrichtingen.
het verlenen van diensten of het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, waarvan de aard, omvang en uitstraling zodanig zijn, dat de activiteit ter plaatse, in een gedeelte van de woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen kan worden uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar functie behoudt en de desbetreffende bedrijfsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die passend is bij de woonfunctie. Het gaat enkel om bedrijven die niet vergunning- of meldingplichtig zijn in het kader van milieuwetgeving.
het exploiteren van een gebouw als bijvoorbeeld een bingozaal, discotheek of speelautomatenhal.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar door de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van gronden.
de grens van een aanduiding als het een vlak betreft.
Een locatie waar de consument uitsluitend via internethandel bestelde goederen kan afhalen of retourneren, waar uitsluitend logistiek en opslag van bestelde goederen gedurende een korte periode plaatsvindt en waarbij geen sprake is van uitstalling ten verkoop en/of overige activiteiten.
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van ter plaatse bereide kleine etenswaren voor consumptie elders, met als nevenactiviteit het verstrekken van zwakalcoholische en niet-alcoholische dranken.
een bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van het huishouden uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.
een container voor het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid van de Wet milieubeheer.
bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden of fokken van dieren. Onder een agrarisch bedrijf worden eveneens begrepen een agrarisch hulp- en nevenbedrijf en een productie gebonden paardenhouderij.
het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren.
een aan een agrarisch bedrijf ondergeschikte toeristische voorziening, waar bedrijfsmatig eigen en streekgebonden dranken en/of etenswaren worden verstrekt. Ook worden hier cursussen gegeven in het kader van streekeducatie en voor het bereiden van streekgebonden producten, zoals kaas, balkebrij, wijn e.d.
het bedrijfsmatig, geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen en het installeren van goederen waarbij het accent niet ligt op massavervaardiging, alsook het verkopen en/of leveren, als ondergeschikte activiteit, van goederen die verband houden met het ambacht.
bouwwerken, geen gebouw zijnde.
antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne.
installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een of meer techniekkasten opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
terrein dat op basis van de Monumentenwet 1988 is aangewezen als beschermd archeologisch monument.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit oude tijden.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
een in de verbeelding van het plan of in de regels aangegeven percentage, dat het deel van het bestemmingsvlak dan wel van een bouwvlak aangeeft dat ten hoogste mag worden bebouwd.
vormen van bedrijf naar aard en omvang gelijk te stellen met of zoals opgenomen in bijlage 7, bijlage, 8 bijlage en bijlage 9 van de regels, conform de bijlage uit de brochure 'Bedrijven en milieuzonering'.
een gebouw dat dient voor de uitoefening van één of meer bedrijfsactiviteiten.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is.
het vloeroppervlak van de ruimten die worden of kunnen worden gebruikt voor bedrijfsactiviteiten.
te handhaven gebouw of bouwwerk gezien het karakter en de betekenis voor het stedenbouwkundig beeld ter plaatse.
de aan een bouwwerk toegekende architectonische waarde met betrekking tot de bouwkundige vormgeving en ruimtelijke en functionele aspecten.
het Beeldkwaliteitplan Kom Bunde, bevattende de intenties, aanbevelingen en/of richtlijnen voor het veiligstellen, creëren en verbeteren van de beeldkwaliteit in de kern Bunde, vastgesteld d.d. 7 juli 2011.
het Beeldkwaliteitplan Kom Geulle, bevattende de intenties, aanbevelingen en/of richtlijnen voor het veiligstellen, creëren en verbeteren van de beeldkwaliteit in de kern Geulle, vastgesteld d.d. 4 juni 2009.
het Beeldkwaliteitplan op hoofdlijnen, Meerssen, Rothem en Weert, bevattende de intenties, aanbevelingen en/of richtlijnen voor het veiligstellen, creëren en verbeteren van de beeldkwaliteit in de kernen Meerssen, Rothem en Weert vastgesteld d.d. 16 oktober 2003.
het Beeldkwaliteitplan Kom Ulestraten, bevattende de intenties, aanbevelingen en/of richtlijnen voor het veiligstellen, creëren en verbeteren van de beeldkwaliteit in de kern Ulestraten, vastgesteld d.d. 4 juni 2009.
de eerste bouwlaag boven het peil.
een object dat in het Besluit externe veiligheid inrichtingen als beperkt kwetsbaar is aangemerkt.
te handhaven gebouw of bouwwerk gezien het karakter en de betekenis voor het stedenbouwkundig beeld ter plaatse.
de aan een bouwwerk toegekende architectonische waarde met betrekking tot de bouwkundige vormgeving en ruimtelijke en functionele aspecten.
onroerende monumenten welke zijn ingeschreven in de ingevolge de Monumentenwet 1988 vastgestelde registers of op grond van een gemeentelijke verordening bescherming genieten.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
het bevoegd gezag in de zin van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of diens rechtsopvolger de Omgevingswet. Als hoofdregel is dit het college van burgemeester en wethouders van Meerssen.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak (zoals een carport of overkapping).
een gebouw dat in stedenbouwkundig en architectonisch opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw, met dien verstande dat het functionele gebruik van het gebouw in relatie tot het hoofdgebouw niet relevant is, maar wel ten dienste staat van het hoofdgebouw.
de grens van de (bouw)aanduiding 'bijgebouwen'.
een constructie van metaal of een ander materiaal met een hoogte van maximaal 2,50 meter, dat met plastic of in gebruik daarmee overeenkomend materiaal is afgedekt ter vervroeging of verlenging van het teeltseizoen van tuinbouw- of fruitteeltproducten. Onder een boogkas wordt ook een draagluchthal verstaan.
het bovenste deel van de gevel wat boven de zoldervloer uitsteekt, waarop de muurplaat rust.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, en ook het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grondlaag en met uitsluiting van onderbouw/kelder en zolder;
ter verduidelijking:
bij bepaling van één bouwlaag gelden de bepalingen zoals die zijn opgenomen in het bouwbesluit en de bouwverordening of de rechtsopvolgers volgens de Omgevingswet, AMvB's en gemeentelijke verordening Vfl2024 en overige zich onder de kap bevindende ruimten met een maximale hoogte van 3,20 meter voor woningen en 4,50 meter voor andere gebouwen.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
een vaste (of beweegbare) verbinding voor het verkeer tussen twee punten die door water gescheiden zijn.
een horecabedrijf, waarin alcoholvrije en alcoholhoudende dranken worden verstrekt voor gebruik ter plaatse, eventueel met daaraan ondergeschikt het bereiden en verstrekken van maaltijden, waarbij geen nachtverblijf wordt verstrekt.
een bouwwerk met tenminste een dak en niet of aan maximaal twee zijden van wanden voorzien, inclusief bestaande wanden.
aan de hoofdfunctie ondergeschikt horeca-activiteiten die zijn gericht op het hoofdzakelijk overdag verstrekken van alcoholvrije dranken en etenswaren. Hierbij kan worden gedacht aan een terras langs een recreatieve wandel- of fietsroute of een theetuin c.q. theeschenkerij.
werk niet zijnde bouwwerk bestaande uit grond afgedekt met plastic, antiworteldoek en/of beton, eventueel in combinatie met andere materialen, ten behoeve van de teelt van gewassen. De gewassen worden op deze afdeklaag los van de ondergrond geteeld in potten.
de aan het bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt;
ter verduidelijking:
daarbij gaat het om archeologisch, historisch-landschappelijk en/of historisch-bouwkundig waardevolle zaken, zoals die tot uitdrukking kunnen komen in archeologische elementen, bodemprofiel en reliëf (met name oude akkers), beplanting, verkaveling, slotenpatroon en bebouwing.
vormen van horeca, die in principe plaatsvinden tussen 10:00 uur en 20:00 uur en niet gericht zijn op het verstrekken van een nachtverblijf.
activiteiten ter ontspanning in de vorm van sport, spel, toerisme en educatie waarbij overnachting uitdrukkelijk is uitgesloten.
het bedrijfsmatig te koop of te huur of in lease aanbieden, waaronder begrepen het uitstallen ten verkoop of verhuur of leasing, en ook het verkopen en/of leveren en/of bewaren van goederen aan personen die, die goederen kopen respectievelijk huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
ter verduidelijking:
dienstverlening door een horecabedrijf, een coffeeshop en een sekswinkel worden hieronder niet begrepen.
detailhandel in goederen die naar hun aard zodanig brand- en/of explosiegevaar kunnen opleveren dat uitstalling ten verkoop in een woon-/winkelgebied niet verantwoord is.
handel in onder meer – van oorsprong - dierlijke voedingsmiddelen (te weten wild en gevogelte, vis, vlees en vleeswaren, melk en zuivelproducten) en detailhandel in plantaardige voedingsmiddelen, genotmiddelen resp. levensmiddelen algemeen sortiment (te weten aardappelen, groente en fruit, brood, koek en banket, chocolade en suikerwerken, consumptie-ijs, alcoholhoudende en alcoholvrije dranken, tabaksproducten, gespecialiseerd in niet elders genoemde voedings- en genotmiddelen, levensmiddelen, algemeen assortiment, parfumerie-, toilet- en cosmetische artikelen, drogisterij artikelen, bloemen en planten, zaden en tuinbenodigdheden.
detailhandel, niet zijnde detailhandel in dagelijkse goederen.
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.
detailhandel die vanwege de aard en omvang van de gevoerde artikelen een relatief groot oppervlakte nodig heeft voor de uitstalling, zoals de verkoop van auto's, boten, caravans, tuininrichting artikelen, grove bouwmaterialen, keukens, sanitair, meubelen, bouwmarkten en detailhandel in landbouwwerktuigen.
bedrijf of instelling voor het bedrijfsmatig verrichten van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen een kapperszaak, schoonheidsinstituut, fotostudio, uitzendbureau, bank, stomerij, wasserette, apotheek, reisbureau en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf, een horecabedrijf, een centrum voor fysiotherapie, een fitnesscentrum, een seksinrichting en een coffeeshop;
bij de toetsing van deze regels wordt als volgt geoordeeld:
een dienstverlenend bedrijf dient te passen in een woonwijk (geen baliefunctie) en aan de woonfunctie ondergeschikt te zijn.
een gesloten constructie onder een weg, spoorweg kade, dijk enzovoorts ten behoeve van het afvoeren van water.
waarde betreffende de natuurlijke samenhang tussen organismen en hun milieu.
een viaduct dat uitsluitend wordt gebruikt om dieren een weg te laten kruisen.
een civieltechnische installatie of installatie in/of onder de infrastructuur die een functie ten behoeve van de natuur vervult.
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van het gebouw.
ter verduidelijking:
de zorgvuldigheid gebiedt na te gaan of bepaald gebruik niet is uitgesloten;
achtererf is het gedeelte dat aan de achterzijde van het gebouw is gelegen;
zijerf is het gedeelte dat aan de zijkant van het gebouw is gelegen;
voorerf is het gedeelte dat voor de voorgevelrooilijn is gelegen, zijnde gelegen voor het bouwvlak en de aanduiding 'bijgebouwen'.
bedrijf gevoerd door een natuurlijk persoon, groep van personen, en/of rechtspersoon die prostitutie aanbiedt, die uitgeoefend wordt op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte of woning.
vormen van recreatief medegebruik gericht op natuur- en landschapsbeleving, die plaatsvinden in gebieden met weinig of geen recreatieve voorzieningen en waarbij per oppervlakte-eenheid weinig mensen aanwezig zijn.
gastouderopvang als bedoeld in artikel 1 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
het gebruiken, doen en laten gebruiken.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidzone moet worden vastgesteld.
een inrichting, bestaande uit een pompgemaal en een gebouw of opstal, ten behoeve van het bemalen van een polder of open water, waarmee de stand van het oppervlaktewater kan worden geregeld.
een woning in een gebouw dat twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen en/of wooneenheden bevat.
een agrarisch bedrijf waarvan de productie geheel of overwegend afhankelijk is van het voortbrengingsvermogen van de grond.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen het uitstallen ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen ter aanwending in een andere beroeps- of bedrijfsactiviteit.
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie, situering, afmetingen of bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken.
beplanting hoger dan 4.00 meter.
een bedrijf of instelling, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt en/of waarin zaalaccommodatie wordt geëxploiteerd. Onder exploitatie van zaalaccommodatie wordt verstaan: het bieden van ruimte en voorzieningen voor congressen, feesten en dergelijke, zulks met uitsluiting van discotheek, seksinrichting, detailhandel en/of van 'vliegende' winkels, ingericht voor tijdelijke verkoop.
een horecabedrijf dat qua exploitatievorm aansluit bij winkelvoorzieningen (winkelondersteunende horeca) en waar kleine etenswaren en drank worden verstrekt. Daaronder worden begrepen: automatiek (verkoopautomaat), broodjeszaak, croissanterie, koffiebar, lunchroom, tearoom, ijssalon (hoofddoel verstrekken van consumptie-ijs voor gebruik ter plaatse), traiteur (iemand die spijzen bereidt en aan huis bezorgt).
een horecabedrijf dat geheel of in overwegende mate is gericht op het verstrekken van maaltijden of etenswaren al dan niet voor consumptie ter plaatse. Daaronder worden begrepen: bistro, brasserie, restaurant, cafetaria, snackbar, proeflokaal inclusief verstrekken van maaltijden/etenswaren, shoarma/grillroom, met eventueel een bezorg- of afhaalservice (pizzeria, chinees).
een horecabedrijf waarbij de exploitatie geheel of in overwegende mate is gericht op het verstrekken van (alcoholische) dranken voor consumptie ter plaatse, eventueel in combinatie met het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse dienen te worden genuttigd (zwaartepunt is verstrekken van dranken). Voor een goed functioneren zijn deze zaken ook een gedeelte van de nacht geopend. Daaronder worden begrepen: café (al dan niet met bijbehorende zaal), eetcafé, danscafé, grand café, bierhuis, biljartcentrum/snookercafe, proeflokaal exclusief verstrekken van maaltijden/etenswaren.
een horecabedrijf dat geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van nachtverblijf. Dat kan worden gecombineerd met bijvoorbeeld een restaurant. Daaronder worden begrepen: hotel, motel, pension en overige logiesverstrekkers.
een horecabedrijf dat gelet op vloeroppervlakte veel bezoekers trekt en waar geluid een belangrijk onderdeel is van de bedrijfsvoering. Onder deze categorie vallen zaken die geheel of in overwegende mate zijn gericht op het bieden van vermaak en ontspanning (niet zijnde een recreatieve voorziening) en/of het geven van gelegenheid tot dansen, al dan niet met livemuziek en al dan niet in combinatie met het verstrekken van alcohol houdende dranken en etenswaren. Daaronder worden begrepen: zalenverhuur/partycentrum (regulier gebruik t.b.v. feesten, muziek, dansevenementen), dancing, discotheek, bar/nachtclub, casino of amusementscentrum met horeca.
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van nachtverblijf met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden en/of dranken voor consumptie ter plaatse.
een alleenstaande, dan wel twee of meerdere personen waarvan er ten minste één meerderjarig is, die een duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren of willen voeren.
Bedrijfsmatige kamerverhuur en bijzondere woonvormen vallen niet onder het begrip 'huishouden'.
een detailhandelsvestiging waar goederen via het internet of via de telefoon worden besteld en betaald.
agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in gebouwen plaatsvindt en gericht is op het houden van dieren, zoals rundveemesterij, varkens-, vleeskalver-, pluimvee-, pelsdier-, geiten- of schapenhouderij of een combinatie van deze bedrijfsvormen, en ook naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen, met uitzondering van grondgebonden melkrundveehouderij.
een denkbeeldige door vlakken gevormde ruimte, die aansluit op en ligt in het verlengde van de startbaan van het vliegveld Maastricht Aachen Airport en die geprojecteerd op het aardoppervlak een bepaald gebied beslaat waarboven de start- en landingsprocedures nog veilig kunnen worden uitgevoerd. Genoemde vlakken zijn op de verbeelding aangegeven met (bouwhoogte)lijnen. De door deze lijnen getrokken vlakken mogen nergens, qua bouwhoogte, door enige bebouwing worden doorstoken.
alle rijks- en gemeentelijke monumenten, welke zijn opgenomen in bijlage 3 bij de regels: 'Overzicht monumenten' en overige als karakteristiek aan te merken bebouwing.
te handhaven gebouw of bouwwerk gezien de betekenis voor het stedenbouwkundig beeld ter plaatse.
een ruimte, of bij elkaar horende ruimten, die bedoeld zijn om voornamelijk te worden gebruikt voor administratieve werkzaamheden;
ter verduidelijking:
kantoren kunnen worden onderscheiden in kantoren met en zonder een baliefunctie.
woonvorm, waarbij sprake is van onzelfstandige woonruimte die bestaat uit één of meer verblijfsruimten, die geen eigen afzonderlijke toegang heeft en waarbij de bewoner afhankelijk is van één of meer gedeelde wezenlijke voorzieningen (keuken, douche/bad en/of toilet) buiten die onzelfstandige woonruimte, met dien verstande dat hieronder niet wordt verstaan maatschappelijke voorzieningen in de vorm van beschermd en/of verzorgd wonen.
een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde waarvoor een omgevingsvergunning vereist is, met uitzondering van een bijzettentje voor bijvoorbeeld de kinderen. Eén en ander voor zover genoemde onderkomens of voertuigen zijn voorzien van een as-/wielstelsel en verplaatsbaar zijn, en ook geheel zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
een in of op het terrein aangegeven, zichtbaar gemarkeerde plek, door middel van nummering, stroomvoorzieningen, erfafscheiding of anderszins, voor het plaatsen of geplaatst houden van maximaal één kampeermiddel ten behoeve van tijdelijk recreatief nachtverblijf;
ter verduidelijking:
een bijzettentje voor bijvoorbeeld de kinderen wordt niet gezien als apart kampeermiddel.
de periode van 15 maart tot en met 31 oktober.
een agrarisch bedrijfsgebouw waarvan de wanden en het dek voornamelijk bestaan uit glas of ander materiaal en dienend tot kweken, trekken, vermeerderen, opkweken of verzorgen van vruchten, bloemen, groenten, planten of bomen evenals in voorkomende gevallen tot bescherming van de omgeving tegen milieubelastende stoffen. Schuurkassen, permanente hoge boogkassen (>1.5 meter, <2.5 meter) en boogkassen > dan 2,5 meter worden beschouwd als een kas.
een overdekte, met wanden omsloten, voor mensen toegankelijke ruimte, beneden of tot ten hoogste 0,50 meter boven de kruin van de weg, waaraan het bouwperceel gelegen is.
voorziening ter ondersteuning van het recreatieve medegebruik.
banketbakkerij waar men ook koffie of thee kan drinken.
een civieltechnische constructie of installatie in de infrastructuur die een of meer functies vervult.
een complex van relatiestelsels, tezamen een herkenbaar deel aardoppervlak vormend, dat gemaakt is en in stand gehouden wordt door de wederzijdse beïnvloeding van levende en niet-levende natuur en ook de wisselwerking met de mens.
de aan een gebied toegekende waarden in verband met de waarneembare verschijningsvorm van dat geheel.
afdak of overkapping aan of bij een gebouw, aan de openbare zijde, al of niet ondersteund.
doeleinden ten behoeve van educatieve, sociale, religieuze, culturele, sportieve, recreatieve, verzorgende en overheidsfuncties.
een object dat in het Besluit externe veiligheid inrichtingen als kwetsbaar is aangemerkt.
het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband.
het Masterplan Businesspark MAA, bevattende de intenties, aanbevelingen en/of richtlijnen voor het veiligstellen, creëren en verbeteren van de beeldkwaliteit op het Businesspark MAA, d.d. mei 2005.
de situatie, waarbij milieuaspecten dienen te worden beoordeeld, zoals hinder voor omwonenden en een verkeer aantrekkende werking.
waarden van zaken welke van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde.
alle rijks- en gemeentelijke monumenten, welke van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde, en ook terreinen van belang wegens de aanwezigheid daar van voornoemde zaken.
een kampeerterrein waar trekkershutten en tijdelijke kampeermiddelen worden geplaatst in een omgeving die waarde heeft vanuit het oogpunt van natuurschoon of natuurleven, op een zodanige wijze dat dit geen onevenredige nadelige effecten heeft op de aanwezige natuurwaarden.
het tijdelijk plaatsen van kampeermiddelen op plaatsen in een omgeving die waarde hebben uit het oogpunt van natuurschoon of natuurleven, op een zodanige wijze dat dit geen onevenredige nadelige effecten heeft op de aanwezige natuurwaarden.
de aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang.
voorzieningen ten behoeve van de distributie van gas, water en elektriciteit, en de elektronische communicatie en ook soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, schakelkastjes, pompstations, gemalen en voorzieningen voor warmte-/koudeopslag.
een agrarische bedrijfsvoering, waarbij hoofdzakelijk geen gebruik wordt gemaakt van open grond en waaronder ten minste wordt verstaan een glastuinbouwbedrijf, een champignonkwekerij en een intensief veehouderijbedrijf dan wel een tak van deze bedrijvigheid.
een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1.20 meter boven peil is gelegen.
een functie die qua omvang en uitstraling ondergeschikt is aan een op dezelfde plaats voorkomende (hoofd)functie, maar indien dat in de bestemmingsomschrijving niet expliciet is aangegeven aan die functie niet ten dienste hoeft te staan c.q. daar functioneel mee verbonden hoeft te zijn.
het bouwen en in gebruik nemen van de ruimte onder het peil.
voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken voer- en vaartuigen, waaronder begrepen woonwagens, woonschepen, caravans, stacaravans, kampeerauto's, tenten, schuiltenten, schuilhutten en keten, al dan niet ingericht ten behoeve van een recreatief buitenverblijf voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken.
woonruimte, welke geen eigen toegang heeft en welke niet door een huishouden kan worden bewoond zonder dat dit daarbij afhankelijk is van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte.
een bouwwerk met een dakafdekking en ten hoogste twee wanden.
een terrein dat pas als parkeerterrein in gebruik wordt genomen, nadat is gebleken en geconstateerd dat de overige parkeerterreinen in de directe omgeving, onvoldoende parkeercapaciteit hebben om aan de parkeerbehoefte op de betreffende dag te kunnen voldoen.
ter verduidelijking:
over het algemeen kan aangenomen worden dat het peil bij bestaande bebouwing gelijk is aan de bovenkant van de afgewerkte begane grondvloer.
een accommodatie met slaapplaatsen voor logiesverstrekking in overwegend een- en tweepersoonskamers, waar afzonderlijke maaltijden, kleine etenswaren en dranken kunnen worden verstrekt aan gasten doch niet aan passanten.
een deel van het Nederlands grondgebied van welk deel de Dienst voor het kadaster en openbare register, de begrenzing met behulp van landmeetkundige gegevens heeft vastgelegd op grond van gegevens betreffende de rechtstoestand, bestemming en het gebruik dat door zijn kadastrale aanduiding is gekenmerkt.
de Provinciale Woonvisie Limburg, d.d. 1 februari 2011 dan wel zijn rechtsopvolger,
een permanent aanwezig gebouw, geen woonkeet en een caravan of andere constructie zijnde, dat bedoeld is om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar te worden gebruikt.
regels met betrekking tot:
een constructie van houten, gegalvaniseerde, verzinkte stalen palen of iets dergelijks met daarop een boog met een kap van transparante folie.
een verbindingslijn in de verbeelding van het plan die één of meerdere bij elkaar behorende bouwvlakken met elkaar verbindt, waardoor er sprake is van één bedrijf, één woning, één voorziening, etc.
ter verduidelijking:
dit teken geeft aan dat een vrijstaand bijgebouw geen nieuwe zelfstandige woning vormt.
een horecabedrijf waarbij geen logies worden verstrekt en dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken.
de kwaliteit van de ruimte als bepaald door de gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van die ruimte.
een inrichting die valt onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), het Besluit risico's zware ongevallen 1999 (BRZO'99) of het Vuurwerkbesluit danwel hun rechtsopvolgers volgens de Omgevingswet.
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotische-pornografische aard plaatsvinden.
onder seksinrichtingen worden in ieder geval verstaan:
een (raam-)prostitutiebedrijf, een seksclub, een privé-huis, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
een voornamelijk uit glas bestaande uitbouw/constructie aan een woonhuis, welke meestal een geheel vormt met het huis en die via deuren in directe verbinding met de tuin staat en waarbij het glas is gevat in ijzer, hout, aluminium of kunststof.
een kavel bestemd voor het plaatsen van een woonwagen waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van de gemeente kunnen worden aangesloten.
ruimtelijke verschijningsvorm van de bestaande bebouwing, die wordt bepaald door de situering, de aansluitende terreinen, de bouwmassa's, de gevelindeling en de dakvormen.
verkeersgeleiders, rampalen/amsterdammertjes, verkeersborden, brandkranen, lichtmasten, zitbanken, bloembakken, papier-, glas- en andere inzamelbakken, toegangsconstructies voor ondergrondse voorzieningen, kunstwerken, speeltoestellen en draagconstructies voor reclame, telefooncellen, abri's, kleinschalige bouwwerken ten behoeve van (openbare) nutsvoorzieningen, pinautomaten, kleinschalige constructies voor een jongerenontmoetingsplaats en daarmee vergelijkbare objecten.
de Structuurvisie Buitengebied gemeente Meerssen zoals vastgesteld op 31 mei 2012.
voorzieningen/constructies met als doel het gewas te forceren tot meer groei en of de oogst te spreiden. Het gaat daarbij om zowel vervroegen als verlaten ten opzichte van normale open teelt en/of beschermen tegen weersinvloeden, ziekten en plagen dat leidt tot een betere kwaliteit van het product.
teeltondersteunende voorziening die korter dan 6 maanden, al of niet aaneengesloten, in het jaar aanwezig is.
Bouwwerken en werken en werkzaamheden met een tijdelijk karakter die noodzakelijk zijn in het kader van het project Grensmaas ten behoeve van een goede aan- en afvoer, verwerking en opslag van grondstoffen, dekgronden en van materiaal ter afwerking van de ontgraven gebieden, het behoud van het woon- en leefmilieu en het in stand houden van de bereikbaarheid en in het kader van directievoering of uitvoering.
Onder tijdelijke voorzieningen worden onder andere begrepen:
tijdelijke geluidbeperkende constructies in de vorm van zeecontainers en/of grondwallen, kantoorunits, opslagloodsen en werkplaatsen, transportfaciliteiten, ongelijkvloerse kruisingen, verwerkingsbekkens, ringdijken, tijdelijke gronddepots, tijdelijke invaarten, loskades, werkwegen en watergangen.
bouwwerk dat geheel of gedeeltelijk blijvend is bestemd of ingericht dan wel wordt gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
terrein ten behoeve van de aanleg van groenvoorzieningen, met de daarbij behorende verharding (paden, terrassen) en vijvers en dat in overwegende mate niet voor bebouwing in aanmerking komt.
het gedeelte van een kampeerterrein aangewezen voor recreatief nachtverblijf in één of meerdere kampeermiddelen welke gedurende het gehele jaar aanwezig mogen zijn.
gedeelte van één of meer bouwwerken op een perceel met dezelfde bestemming, met ten minste één verblijfsruimte bestaande uit een of meer op dezelfde bouwlaag gelegen aan elkaar grenzende ruimten anders dan een toilet-, bad-, technische of verkeersruimte.
recreatie in ruimten welke zijn bestemd of opgericht voor recreatief nachtverblijf zoals recreatiewoningen, bed&breakfast, logeergebouw, door personen die elders een woon- of verblijfplaats hebben.
ruimte voor het verblijven van mensen, dan wel een ruimte, van één of meer bouwwerken op een perceel met dezelfde bestemming, waarin dezelfde kenmerkende activiteiten plaatsvinden.
het realiseren van een hoofdgebouw ter vervanging van en ter plaatse van een bestaand hoofdgebouw, waarbij geen toename van het aantal zelfstandige woonruimten plaatsvindt.
alle bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die een functie hebben ten behoeve van een veilige en efficiënte verkeersafwikkeling, waaronder begrepen verlichtingselementen, verkeersborden, verkeerslichteninstallaties en bewegwijzeringborden en –portalen.
de veiligheid voor het verkeer die wordt bepaald door de mate van overzichtelijkheid en vrij uitzicht (met name bij kruisingen van wegen en uitritten) en de (mogelijke) effecten van bebouwing en overige inrichtingselementen op de gedragingen van verkeersdeelnemers.
het vloeroppervlak van ruimten die worden of kunnen worden gebruikt voor een winkel en/of bedrijfsactiviteiten.
de oppervlakte van het hoofdgebouw.
een agrarisch bedrijf met tenminste de arbeidsomvang van een volwaardige arbeidskracht en een zodanige bedrijfsomvang (minimaal 70 Nederlandse grootte-eenheden (nge's)) dat de continuïteit ook op langere termijn in voldoende mate is gewaarborgd.
gevel van een gebouw die is gelegen aan de zijde van de openbare weg en die in ruimtelijk opzicht de voorkant van het gebouw vormt.
de bouwgrens/lijn die is gelegen aan de zijde van de aan de weg gelegen perceelsgrens, die uitgezonderd toegelaten afwijkingen, bij het bouwen aan de wegzijde of de van de weg afgekeerde zijde niet mag worden overschreden;
ter verduidelijking:
onder bouwgrens valt zowel de grens van een bouwvlak als de grens van de aanduiding 'bijgebouwen'.
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging en waterkwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, gemalen, inlaten etc.
door de gemeenteraad benoemde onafhankelijke commissie/deskundige, die aan het bevoegd gezag advies uitbrengt ten aanzien van de vraag of het uiterlijk of de plaatsing van een bouwwerk of standplaats, in strijd is met redelijke eisen van welstand.
een voor het rij- of ander verkeer bestemde weg of pad, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de weg of pad behorende bermen en zijkanten, en ook de aan de weg liggende en als zodanig aangeduide parkeergelegenheden.
voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.
een gebouw of een gedeelte van een gebouw, geschikt en bestemd voor de zelfstandige huisvesting van één huishouden.
het bouwkundig en/of functioneel splitsen van één woning in twee of meer woningen dan wel het omzetten van één of meer wooneenheden naar één of meer woningen en/of het toevoegen van een extra woning in een bijbehorend bouwwerk.
wooneenheid met een eigen toegang, die door een huishouden kan worden bewoond zonder dat het huishouden daarbij afhankelijk is van voor bewoning noodzakelijke voorzieningen, zoals keuken, toilet en badkamer, buiten die woonruimte.
ruimte(n) in een gebouw die geheel is (zijn) afgedekt met schuine daken, met een borstwering van maximaal 1,00 meter hoog, en die in functioneel opzicht deel uitmaakt van (de) daaronder gelegen bouwlaag of bouwlagen.
een agrarisch of overwegend agrarisch bedrijf dat naast de agrarische activiteiten (al dan niet als nevenactiviteit) een sociaal-maatschappelijke functie heeft door mensen te werk te stellen die een bepaalde mate van zorg behoeven.
een woning geschikt voor bewoners met een lichamelijke en/of geestelijke handicap die aangepast is voor en waar zorg dan wel begeleiding geleverd wordt of de levering van zorg dan wel begeleiding (in de toekomst) mogelijk is.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de zijdelingse grenzen van een bouwperceel en enig punt van het op dat bouwperceel voorkomend (hoofd-)gebouw, waar die afstand het kortst is.
het percentage van een bouwperceel dat met gebouwen mag worden bebouwd. Voor zover in de verbeelding van het plan bouwgrenzen zijn aangegeven wordt het bebouwingspercentage berekend over het gebied binnen de bouwgrenzen.
binnenwerks op de vloer van de ruimten die worden of kunnen worden gebruikt voor bedrijfsactiviteiten.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
op de vloer van de bouwlaag, tussen de binnenzijde van de gevelmuren (en/of gemeenschappelijke scheidingsmuren).
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van een goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
de afstand tussen de scheidende vloerdelen gemeten van bovenkant afgewerkte vloer tot bovenkant afgewerkte vloer.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
de buitenwerks (tussen de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren) gemeten afstand.
vanaf peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken of ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, lichtkoepels, gevel- en kroonlijsten, en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- en/of de bestemmingsgrens met niet meer dan 0,50 meter wordt overschreden. Voor luifels, erkers en balkons geldt dat de bouw- en/of bestemmingsgrens met niet meer dan 1.00 meter wordt overschreden.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en ook voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Voor zover de gronden ook zijn gelegen binnen de dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen, voor zover niet strijdig met dit artikel, van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 60.6.
Op en onder de voor 'Agrarisch' aangewezen gronden is bouwen toegestaan ten dienste van de bestemming, waarbij ook voldaan wordt aan de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen overeenkomstig de regeling zoals opgenomen in artikel 60.4.
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van de aanleg van kleinschalige recreatieve voorzieningen (zit- en schuilgelegenheid, picknickplaatsen) mits de aanleg geen onevenredige afbreuk doet aan het agrarisch gebruik en de belangen van natuur en landschap, met dien verstande, dat:
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het oprichten van gebouwen en/of andere bouwwerken, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - kleinschalig gebruik', met dien verstande, dat:
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het oprichten van paardenbakken mits dit geen onevenredige afbreuk doet aan het agrarisch gebruik en de belangen van natuur en landschap en met dien verstande, dat:
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 3.2.1 ten behoeve van het oprichten van tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 3.2.1 ten behoeve van het oprichten van hagelnetten, met dien verstande dat:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken en/of laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden voor en/of als:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van bouwwerken voor en/of als:
Het gebruiken en/of het laten gebruiken van de voor 'Agrarisch' aangewezen gronden conform de bestemming 'Agrarisch' is alleen toegestaan als de landschappelijke inpassing zoals bedoeld in artikel 3.1.1, sub h. en sub i. binnen 2 jaar na afgifte van de omgevingsvergunning en/of de planologische maatregel is uitgevoerd en kwalitatief en kwantitatief in stand wordt gehouden.
Het is verboden op of in de voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 3.6.1 vervatte verbod geldt niet voor werkzaamheden:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 3.6.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de in artikel 3.1.1 genoemde waarden, belangen en doeleinden niet onevenredig nadelig worden of kunnen worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de eerstbedoelde waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Agrarisch' te wijzigen in de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf', ten behoeve van het vergroten of van vorm veranderen van een tot 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' bestemd bestemmingsoppervlak met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Agrarisch' te wijzigen in de bestemming 'Natuur', met dien verstande dat:
De voor 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en ook voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Voor zover de gronden ook zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 60.6.
Op en onder de voor 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' aangewezen gronden is bouwen toegestaan ten dienste van de bestemming, waarbij ook voldaan wordt aan de volgende bepalingen:
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van de bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken, niet zijnde gebouwen of overkappingen, gelden de volgende regels:
Ten aanzien van voederopslag, gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen overeenkomstig de regeling zoals opgenomen in artikel 60.4.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het overschrijden van de bouwgrenzen binnen de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf', met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het bouwen van een paardenbak binnen een zone van 50,00 meter van de voorgevel van de woning, met dien verstande dat:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden voor en/of als:
en anders dan voor en/of als:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van opstallen voor:
Het gebruiken en/of het laten gebruiken van de voor 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' aangewezen gronden conform de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' is alleen toegestaan als de landschappelijke inpassing zoals bedoeld in artikel 4.1.1, onder p. en onder q. binnen 2 jaar na afgifte van de omgevingsvergunning en/of de planologische maatregel is uitgevoerd en kwalitatief en kwantitatief in stand wordt gehouden.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van onderstaande niet-agrarische activiteiten naast de agrarische bedrijfsactiviteiten, in het kader van de dynamische ontwikkeling van het platteland en ter versterking van de recreatieve functie van de kernen.
Een omgevingsvergunning voor bewerking en/of verkoop aan de boerderij van agrarische producten, het bieden van werk en verzorging aan hulpbehoevende mensen, kinderopvang, verblijfsrecreatie in de vorm van kamperen, bed&breakfast en vakantieappartementen op de boerderij, dagrecreatie in de vorm van het bieden van dag arrangementen en excursie en ook (sier)tuinen, kleinschalige horeca en culturele activiteiten zoals natuurcursussen en exposities en/of daarmee qua aard en omvang naar het oordeel van het bevoegd gezag gelijk te stellen activiteiten, wordt alleen verleend onder de volgende voorwaarden:
specifiek voor boerderijverkoop:
specifiek voor kamperen bij de boer:
specifiek voor verblijfsrecreatie:
specifiek voor kleinschalige dagrecreatie en horeca:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het gebruik van een bijgebouw als afhankelijke woonruimte, met dien verstande dat:
De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en ook voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Voor zover de gronden ook zijn gelegen binnen de dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen, voor zover niet strijdig met dit artikel, van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 60.6.
Op en onder de voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden is bouwen toegestaan ten dienste van de bestemming, waarbij tevens voldaan wordt aan de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen overeenkomstig de regeling zoals opgenomen in artikel 60.4.
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van de aanleg van kleinschalige recreatieve voorzieningen (zit- en schuilgelegenheid, picknickplaatsen) mits de aanleg geen onevenredige afbreuk doet aan het agrarisch gebruik en de belangen van natuur en landschap, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het oprichten van gebouwen, terras en/of andere bouwwerken, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - kleinschalig gebruik', met dien verstande, dat:
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel ten behoeve van het oprichten van hagelnetten, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 5.2.1 ten behoeve van het oprichten van tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen, met dien verstande dat:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden voor en/of als:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van bouwwerken voor en/of als:
Het gebruiken en/of het laten gebruiken van de voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden conform de bestemming 'Agrarisch met waarden' is alleen toegestaan als de landschappelijke inpassing zoals bedoeld in artikel 5.1.1, onder w. en onder x. binnen 2 jaar na afgifte van de omgevingsvergunning en/of de planologische maatregel is uitgevoerd en kwalitatief en kwantitatief in stand wordt gehouden.
Het is verboden op of in de voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 5.6.1 vervatte verbod geldt niet voor werkzaamheden:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.6.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de in artikel 5.1.1 genoemde waarden, belangen en doeleinden niet onevenredig nadelig worden of kunnen worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de eerstbedoelde waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Agrarisch met waarden' te wijzigen in de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' ten behoeve van het vergroten of van vorm veranderen van een tot 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' bestemd bestemmingsoppervlak met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone -wijzigingsbevoegdheid 1' de bestemming 'Agrarisch met waarden' wijzigen in de bestemming 'Natuur', met dien verstande dat:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en ook voor:
met de daarbij behorende:
Voor zover de gronden ook zijn gelegen binnen de dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen, voor zover niet strijdig met dit artikel, van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 60.6.
Op en onder de voor 'Bedrijf' aangewezen gronden is bouwen toegestaan ten dienste van de bestemming, waarbij ook voldaan wordt aan de volgende bepalingen:
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van de bedrijfswoning en bijbehorende bijgebouwen gelden de volgende regels:
Binnen het bestemmingsvlak bedraagt de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten hoogste 3,50 meter, met uitzondering van erfafscheidingen waarvan de bouwhoogte voor de naar de weg gekeerde bouwgrens en/of de bijgebouwgrens niet meer dan 1,00 meter en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens en/of bijgebouwgrens niet meer dan 2,00 meter bedraagt.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen overeenkomstig de regeling zoals opgenomen in artikel 60.4.
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het overschrijden van de bouwgrenzen binnen de bestemming 'Bedrijf' met maximaal 5,00 meter, respectievelijk het vergroten van het bouwvlak waarbij de grenzen van het bouwvlak met maximaal 5,00 meter worden overschreden, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het oprichten van bouwwerken geen gebouwen zijnde met een grotere bouwhoogte, met dien verstande dat:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden voor en/of als:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van bouwwerken voor en/of als:
Het gebruiken en/of het laten gebruiken van de voor 'Bedrijf' aangewezen gronden conform de bestemming 'Bedrijf' is alleen toegestaan als de landschappelijke inpassing zoals bedoeld in artikel 6.1.1, onder n. binnen 2 jaar na afgifte van de omgevingsvergunning en/of de planologische maatregel is uitgevoerd en kwalitatief en kwantitatief in stand wordt gehouden.
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van bedrijven opgenomen in categorie 3 van bijlage 8 (Toegesneden lijst van bedrijfstypen) van de regels), en ook bedrijven die naar het oordeel van het burgemeester en wethouders qua aard en omvang daarmee gelijk te stellen zijn, zulks met uitzondering van geluidhinder veroorzakende inrichtingen als bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit Milieubeheer, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Bedrijf' wijzigen in de bestemming 'Wonen', met dien verstande dat:
De voor 'Bedrijf - Gasontvangstation' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor zover de gronden ook zijn gelegen binnen de dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen, voor zover niet strijdig met dit artikel, van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 60.6.
Op en onder de voor 'Bedrijf - Gasontvangstation' aangewezen gronden is bouwen toegestaan ten dienste van de bestemming, waarbij ook voldaan wordt aan de volgende bepalingen:
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:
Binnen het bestemmingsvlak bedraagt de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten hoogste 3,50 meter, met uitzondering van erfafscheidingen waarvan de bouwhoogte maximaal 3,00 meter mag bedragen.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen overeenkomstig de regeling zoals opgenomen in artikel 60.4.
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot een bouwhoogte die nodig is voor de veiligheid en het functioneren van het gasontvangststation, met dien verstande dat bij het verlenen van de omgevingsvergunning de bepalingen in acht worden genomen, zoals opgenomen in artikel 59.2.
De voor 'Bedrijf - Hovenier' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en ook voor:
met de daarbij behorende:
Voor zover de gronden ook zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 60.6.
Op en onder de voor 'Bedrijf - Hovenier' aangewezen gronden is bouwen toegestaan ten dienste van de bestemming, waarbij ook voldaan wordt aan de volgende bepalingen:
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van de bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Binnen het bestemmingsvlak bedraagt de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten hoogste 3,50 meter, met uitzondering van erfafscheidingen waarvan de bouwhoogte voor de naar de weg gekeerde bouwgrens en/of de bijgebouwgrens niet meer dan 1,00 meter en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens en/of bijgebouwgrens niet meer dan 2,00 meter bedraagt.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen overeenkomstig de regeling zoals opgenomen in artikel 60.4.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het overschrijden van de bouwgrenzen binnen de bestemming 'Bedrijf - Hovenier', met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het oprichten van andere bouwwerken met een grotere bouwhoogte, met dien verstande dat:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden anders dan voor:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van opstallen voor:
Het gebruiken en/of het laten gebruiken van de voor 'Bedrijf - Hovenier' aangewezen gronden volgens de bestemming 'Bedrijf - Hovenier' is alleen toegestaan als de landschappelijke inpassing zoals bedoeld in artikel 8.1.1, onder f. binnen 2 jaar na afgifte van de omgevingsvergunning en/of de planologische maatregel is uitgevoerd en kwalitatief en kwantitatief in stand wordt gehouden.
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en ook voor:
met de daarbij behorende:
Voor zover de gronden ook zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 60.6.
Op en onder de voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden is bouwen toegestaan ten dienste van de bestemming, waarbij ook voldaan wordt aan de volgende bepalingen:
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:
Binnen het bestemmingsvlak bedraagt de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten hoogste 3,50 meter, met uitzondering van:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen overeenkomstig de regeling zoals opgenomen in artikel 60.4.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het oprichten van andere bouwwerken tot een bouwhoogte die nodig is voor de veiligheid en het functioneren van de betreffende nutsvoorziening, mits bij het verlenen van de omgevingsvergunning de bepalingen in acht worden genomen, zoals opgenomen in artikel 59.2.
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan, het gebruik van de gronden en opstallen voor:
en anders dan voor en/of als:
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en ook voor:
met de daarbij behorende:
Voor zover de gronden ook zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 60.6.
Op en onder de voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden is bouwen toegestaan ten dienste van de bestemming, waarbij ook voldaan wordt aan de volgende bepalingen:
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van de bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Binnen het bestemmingsvlak bedraagt de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten hoogste 3,50 meter, met uitzondering van:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen overeenkomstig de regeling zoals opgenomen in artikel 60.4.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het bouwen in de zijdelingse perceelsgrens binnen de bestemming 'Bedrijventerrein', met dien verstande dat:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de grond anders dan:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van opstallen voor:
Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van de milieusituatie, een omgevingsvergunning verlenen voor de vestiging van bedrijven of bedrijfsactiviteiten die naar de aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven of bedrijfsactiviteiten als genoemd in artikel 9, mits:
De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
zolang deze qua aard en afmeting passen binnen het benodigde voorzieningenniveau behorende bij de omvang van de kern;
en ook voor:
met de daarbij behorende:
Voor zover de gronden ook zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 60.6.
Op en onder de voor 'Centrum' aangewezen gronden is bouwen toegestaan ten dienste van de bestemming, waarbij ook voldaan wordt aan de volgende bepalingen:
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:
Toegestaan aantal bouwlagen ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bouwlagen' | maximale bouwhoogte |
1 | 9,00 meter |
3 | 16,00 meter |
4 | 18,00 meter |
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' gelden de volgende regels:
Binnen het bestemmingsvlak bedraagt de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten hoogste 3,50 meter, met uitzondering van erfafscheidingen waarvan de bouwhoogte voor de naar de weg gekeerde bouwgrens en/of de bijgebouwgrens niet meer dan 1,00 meter en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens en/of bijgebouwgrens niet meer dan 2,00 meter bedraagt.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen overeenkomstig de regeling zoals opgenomen in artikel 60.4.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het overschrijden van de bouwgrenzen binnen de bestemming 'Centrum', met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het oprichten van andere bouwwerken met een grotere bouwhoogte met dien verstande dat:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de grond anders dan voor:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van opstallen voor:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van de realisering van functies anders dan wonen op de verdieping en/of in de kelder, onder de voorwaarden dat:
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
zolang deze qua aard en afmeting passen binnen het benodigde voorzieningenniveau behorende bij de omvang van de kern;
en ook voor:
met de daarbij behorende:
Voor zover de gronden ook zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 60.6.
Op en onder de voor 'Gemengd' aangewezen gronden is bouwen toegestaan ten dienste van de bestemming, waarbij ook voldaan wordt aan de volgende bepalingen:
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:
Toegestaan aantal bouwlagen ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bouwlagen' | maximale bouwhoogte |
1 | 9,00 meter |
3 | 16,00 meter |
4 | 18,00 meter |
In afwijking van het bepaalde in artikel12.2.2 gelden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 1' de volgende regels:
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende overige regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen overeenkomstig de regeling zoals opgenomen in artikel 60.4.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het overschrijden van de bouwgrenzen van de bestemming 'Gemengd', met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het oprichten van andere bouwwerken met een grotere bouwhoogte, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan ter plaatse van de aanduiding ‘wetgevingszone - afwijkingsgebied’ een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van de bouw- en gebruiksregels ten behoeve van het realiseren van 2 extra woningen binnen de bestaande bebouwing, onder de volgende voorwaarden:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de grond anders dan voor:
Onder gebruiken en/of het laten in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van opstallen voor:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van de realisering van voorzieningen anders dan wonen op de verdieping, met dien verstande dat:
De voor 'Gemengd - Natuur na ontgronding' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en ook voor:
met de daarbij behorende:
Voor zover de gronden ook zijn gelegen binnen de dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen, voor zover niet strijdig met dit artikel, van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 60.6.
Op en onder de voor 'Gemengd - Natuur na ontgronding' aangewezen gronden is bouwen toegestaan ten dienste van de bestemming, waarbij ook voldaan wordt aan de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmetingen van tijdelijke voorzieningen voor het project Grensmaas bestaande uit tijdelijke werkwegen, als dit noodzakelijk is:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en ook voor:
met de daarbij behorende:
Voor zover de gronden ook zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 60.6.
Op en onder de voor 'Groen' aangewezen gronden is bouwen toegestaan ten dienste van de bestemming, waarbij ook voldaan wordt aan de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen overeenkomstig de regeling zoals opgenomen in artikel 60.4.
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de grond voor parkeervoorzieningen, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage'.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het realiseren van parkeervoorzieningen mits dit niet leidt tot een onevenredige inbreuk op de groenstructuur en mits dit verantwoord is vanuit oogpunt van verkeersveiligheid.
Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 14.6.1 bepaalde is niet van toepassing voor:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 14.6.1 zijn slechts toelaatbaar, als hierdoor het karakteristieke reliëf en het groene karakter van het gebied niet onevenredig nadelig worden beïnvloed.
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en ook voor:
met de daarbij behorende:
Voor zover de gronden ook zijn gelegen binnen de dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen, voor zover niet strijdig met dit artikel, van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 60.6.
Op en onder de voor 'Horeca' aangewezen gronden is bouwen toegestaan ten dienste van de bestemming, waarbij ook voldaan wordt aan de volgende bepalingen:
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van de bedrijfswoning en bijbehorende bijgebouwen gelden de volgende regels:
Binnen het bestemmingsvlak bedraagt de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten hoogste 3,50 meter, met uitzondering van erfafscheidingen waarvan de bouwhoogte voor de naar de weg gekeerde bouwgrens en/of de bijgebouwgrens niet meer dan 1,00 meter en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens en/of bijgebouwgrens niet meer dan 2,00 meter bedraagt.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen overeenkomstig de regeling zoals opgenomen in artikel 60.4.
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het overschrijden van de bouwgrenzen binnen de bestemming 'Horeca', respectievelijk het vergroten van het bouwvlak, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het oprichten van bouwwerken geen gebouwen zijnde met een grotere bouwhoogte, met dien verstande dat:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de grond anders dan voor:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van opstallen voor:
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en ook voor:
met de daarbij behorende:
Voor zover de gronden ook zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 60.6.
Op en onder de voor 'Kantoor' aangewezen gronden is bouwen toegestaan ten dienste van de bestemming, waarbij ook voldaan wordt aan de volgende bepalingen:
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:
Binnen het bestemmingsvlak bedraagt de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, ten hoogste 3,50 meter, met uitzondering van erfafscheidingen waarvan de bouwhoogte voor de naar de weg gekeerde bouwgrens en/of de bijgebouwgrens niet meer dan 1,00 meter en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens en/of bijgebouwgrens niet meer dan 2,00 meter bedraagt.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen overeenkomstig de regeling zoals opgenomen in artikel 60.4.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het overschrijden van de bouwgrenzen binnen de bestemming 'Kantoor', met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het oprichten van andere bouwwerken met een grotere bouwhoogte, met dien verstande dat:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden anders dan voor:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van opstallen voor:
De voor artikel 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en ook voor:
met de daarbij behorende:
Voor zover de gronden ook zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 60.6.
Op en onder de voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden is bouwen toegestaan ten dienste van de bestemming, waarbij ook voldaan wordt aan de volgende bepalingen:
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' gelden de volgende regels:
Binnen het bestemmingsvlak bedraagt de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten hoogste 3,50 meter, met uitzondering van erfafscheidingen waarvan de bouwhoogte voor de naar de weg gekeerde bouwgrens en/of de bijgebouwgrens niet meer dan 1,00 meter en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens en/of bijgebouwgrens niet meer dan 2,00 meter bedraagt.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen overeenkomstig de regeling zoals opgenomen in artikel 60.4.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het overschrijden van de bouwgrenzen binnen de bestemming 'Maatschappelijk', met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het oprichten van andere bouwwerken met een grotere bouwhoogte, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van de oprichting van kunstobjecten, zoals (stand)beelden, uitingen van moderne kunst en speelvoorzieningen en dergelijke, met dien verstande dat:
Onder gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de grond anders dan voor:
Onder gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van opstallen voor:
De voor 'Maatschappelijk - Begraafplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor zover de gronden ook zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 60.6.
Op en onder de voor 'Maatschappelijk - Begraafplaats' aangewezen gronden is bouwen toegestaan ten dienste van de bestemming, waarbij ook voldaan wordt aan de volgende bepalingen:
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:
Voor het bouwen bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen overeenkomstig de regeling zoals opgenomen in artikel 60.4.
De voor 'Maatschappelijk - Militair terrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Voor zover de gronden ook zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 60.6.
Op en onder de voor 'Maatschappelijk - Militair terrein' aangewezen gronden is bouwen toegestaan ten dienste van de bestemming, waarbij ook voldaan wordt aan de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen overeenkomstig de regeling zoals opgenomen in artikel 60.4.
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de grond:
Het is verboden op of in de voor 'Maatschappelijk - Militair terrein' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in artikel 19.5.1 is niet van toepassing voor:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 19.5.1 zijn slechts toelaatbaar als door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de in de aanhef van dit artikel genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig nadelig worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de eerstbedoelde waarden niet wezenlijk worden verkleind.
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en ook voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Voor zover de gronden ook zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 60.6.
Op en onder de voor 'Natuur' aangewezen gronden gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het oprichten van bouwwerken noodzakelijk met het oog op natuurbeheer, zoals een wildhut of observatiepost, en andere bouwwerken ter ondersteuning van het extensief recreatief medegebruik, mits de te beschermen natuurlijke waarden en belangen niet onevenredig worden geschaad, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen overeenkomstig de regeling zoals opgenomen in artikel 60.4.
Onder gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de grond voor en/of als:
Het gebruiken en/of het laten gebruiken van de voor 'Natuur' aangewezen gronden volgens de bestemming 'Natuur' is alleen toegestaan als de landschappelijke inpassing zoals bedoeld in artikel 20.1.1, onder k. binnen 2 jaar na afgifte van de omgevingsvergunning en/of de planologische maatregel is uitgevoerd en kwalitatief en kwantitatief in stand wordt gehouden.
Het is verboden op of in de voor 'Natuur' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in artikel 20.6.1 is niet van toepassing voor:
Het bevoegd gezag verleent de vergunning als bedoeld in artikel 20.6.1 slechts:
Voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en ook voor:
met de daarbij behorende:
Voor zover de gronden ook zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 60.6.
Op en onder de voor ''Recreatie' aangewezen gronden is bouwen toegestaan ten dienste van de bestemming, waarbij ook voldaan wordt aan de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Binnen het bestemmingsvlak bedraagt de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten hoogste 3,50 meter, met uitzondering van erfafscheidingen waarvan de bouwhoogte voor de naar de weg gekeerde bouwgrens en/of de bijgebouwgrens niet meer dan 1,00 meter en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens en/of bijgebouwgrens niet meer dan 2,00 meter bedraagt.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen overeenkomstig de regeling zoals opgenomen in artikel 60.4.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het oprichten van andere bouwwerken met een grotere bouwhoogte, met dien verstande dat:
Onder gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de grond anders dan voor:
Onder gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van opstallen voor:
Voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en ook voor:
met de daarbij behorende:
Voor zover de gronden ook zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 60.6.
Op en onder de voor ''Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden is bouwen toegestaan ten dienste van de bestemming, waarbij ook voldaan wordt aan de volgende bepalingen:
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:
Voor het bouwen ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - overkapping' gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van de bedrijfswoning en bijbehorende bijgebouwen gelden de volgende regels:
Binnen het bestemmingsvlak bedraagt de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten hoogste 5,00 meter, met uitzondering van erfafscheidingen waarvan de bouwhoogte voor de naar de weg gekeerde bouwgrens en/of de bijgebouwgrens niet meer dan 1,00 meter en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens en/of bijgebouwgrens niet meer dan 2,00 meter bedraagt.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen overeenkomstig de regeling zoals opgenomen in artikel 60.4.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het overschrijden van de bouwgrenzen binnen de bestemming 'Recreatie - Dagrecreatie', met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het oprichten van andere bouwwerken met een grotere bouwhoogte, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van de oprichting van kunstobjecten en dergelijke, met dien verstande dat:
Onder gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de grond anders dan voor:
Onder gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van opstallen voor:
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en ook voor:
met dien verstande dat:
met de daarbij behorende:
Voor zover de gronden ook zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 60.6.
Op en onder de voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden is bouwen toegestaan ten dienste van de bestemming, waarbij ook voldaan wordt aan de volgende bepalingen:
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van de bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2' mag één bijbehorend bouwwerk worden gebouwd met een oppervlakte van maximaal 6 m² en een bouwhoogte van maximaal 3 meter.
Voor de vaste staanplaatsen gelden de volgende regels:
Binnen het bestemmingsvlak bedraagt de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten hoogste 3,50 meter, met uitzondering van erfafscheidingen waarvan de hoogte voor de naar de weg gekeerde bouwgrens en/of de bijbouwgrens ten hoogste 1,00 meter en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens en/of bijbouwgrens ten hoogste 2,00 meter bedraagt.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen overeenkomstig de regeling zoals opgenomen in artikel 60.4.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het overschrijden van de bouwgrenzen binnen de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie', met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het oprichten van andere bouwwerken met een grotere bouwhoogte, met dien verstande dat:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de grond anders dan voor:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de opstallen voor:
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie camping 't Geuldal' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor zover de gronden ook zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels in artikel 60.6.
Op de voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie camping 't Geuldal' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van de bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - kampeerterrein' gelden de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - vaste staanplaatsen' gelden de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - trekkershutten' gelden de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - vakantieappartementen' gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het overschrijden van de bouwgrenzen, respectievelijk het vergroten van het bouwvlak, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het oprichten van bouwwerken geen gebouwen zijnde met een grotere bouwhoogte, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het oprichten van chalets, met dien verstande dat:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
De voor 'Recreatie - Volkstuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor zover de gronden ook zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 60.6.
Op en onder de voor 'Recreatie - Volkstuin' aangewezen gronden is bouwen toegestaan ten dienste van de bestemming, waarbij ook voldaan wordt aan de volgende bepalingen:
Binnen het bestemmingsvlak bedraagt de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten hoogste 3,00 meter, met uitzondering van erfafscheidingen waarvan de bouwhoogte ten hoogste 1,00 meter bedraagt.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen overeenkomstig de regeling zoals opgenomen in artikel 60.4.
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de grond voor:
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor zover de gronden ook zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 60.6.
Op en onder de voor 'Sport' aangewezen gronden is bouwen toegestaan ten dienste van de bestemming, waarbij ook voldaan wordt aan de volgende bepalingen:
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen overeenkomstig de regeling zoals opgenomen in artikel 60.4.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het overschrijden van de bouwgrenzen binnen de bestemming 'Sport', met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het oprichten van andere bouwwerken met een grotere bouwhoogte, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van de oprichting van kunstobjecten en dergelijke, met dien verstande dat:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de grond anders dan voor:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van opstallen voor:
De voor 'Sport - Golfbaan' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en ook voor:
met de daarbij behorende:
Voor zover de gronden ook zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 60.6.
Op en onder de voor 'Sport - Golfbaan' aangewezen gronden is bouwen toegestaan ten dienste van de bestemming, waarbij ook voldaan wordt aan de volgende bepalingen:
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:
Binnen het bestemmingsvlak bedraagt de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet zijnde overkappingen, ten hoogste 3,50 meter, met uitzondering van:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen overeenkomstig de regeling zoals opgenomen in artikel 60.4.
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het overschrijden van de bouwgrenzen, respectievelijk het vergroten van het bouwvlak, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het oprichten van bouwwerken geen gebouwen zijnde met een grotere bouwhoogte, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van de oprichting van kunstobjecten en dergelijke, met dien verstande dat:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden anders dan voor en/of als:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van opstallen voor en/of als:
De voor 'Sport - Manege' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
almede voor:
met de daarbij behorende:
Voor zover de gronden ook zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 60.6.
Op en onder de voor 'Sport - Manege' aangewezen gronden is bouwen toegestaan ten dienste van de bestemming, waarbij ook voldaan wordt aan de volgende bepalingen:
Het maximaal aantal vakantieappartementen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - vakantieappartementen' mag niet meer bedragen dan het weergegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden'.
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen overeenkomstig de regeling zoals opgenomen in artikel 60.4.
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het overschrijden van de bouwgrenzen, respectievelijk het vergroten van het bouwvlak, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het oprichten van bouwwerken geen gebouwen zijnde met een grotere bouwhoogte, met dien verstande dat:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de grond anders dan voor en/of als:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van opstallen voor en/of als:
Het gebruiken en/of het laten gebruiken van de voor 'Sport - Manege' aangewezen gronden volgens de bestemming 'Sport - Manege' is alleen toegestaan als de landschappelijke inpassing zoals bedoeld in artikel 28.1.1, onder h. binnen 2 jaar na afgifte van de omgevingsvergunning en/of de planologische maatregel is uitgevoerd en kwalitatief en kwantitatief in stand wordt gehouden.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en ook voor:
met de daarbij behorende:
Voor zover de gronden ook zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 60.6.
Op en onder de voor 'Verkeer' aangewezen gronden is bouwen toegestaan ten dienste van de bestemming, waarbij ook voldaan wordt aan de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen overeenkomstig de regeling zoals opgenomen in artikel 60.4.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het bouwen van gebouwen voor nutsvoorzieningen, met dien verstande dat:
Gebruik als standplaats voor de verkoop van goederen en diensten, promotie, markten, kermissen en evenementen is uitsluitend toegestaan als:
Het gebruiken en/of het laten gebruiken van de voor 'Verkeer' aangewezen gronden volgens de bestemming '29 Verkeer' is alleen toegestaan als de landschappelijke inpassing zoals bedoeld in artikel 29.1.1, onder q. binnen 2 jaar na afgifte van de omgevingsvergunning en/of de planologische maatregel is uitgevoerd en kwalitatief en kwantitatief in stand wordt gehouden.
De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor zover de gronden ook zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 60.6.
Op en onder de voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden is bouwen toegestaan ten dienste van de bestemming, waarbij ook voldaan wordt aan de volgende bepalingen:
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:
Binnen het bestemmingsvlak bedraagt de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten hoogste 3,50 meter, met uitzondering van:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen overeenkomstig de regeling zoals opgenomen in artikel 60.4.
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
en ook voor:
met de daarbij behorende:
Voor zover de gronden ook zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 60.6.
Op en onder de voor 'Water' aangewezen gronden is bouwen toegestaan ten dienste van de bestemming, waarbij ook voldaan wordt aan de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen overeenkomstig de regeling zoals opgenomen in artikel 60.4.
Op de gronden met de bestemming 'Water' zijn de gebods- en verbodsbepalingen van de Keur van het Waterschap Limburg van toepassing.
Het gebruiken en/of het laten gebruiken van de voor 'Water' aangewezen gronden volgens de bestemming 'Water' is alleen toegestaan als de landschappelijke inpassing zoals bedoeld in artikel 31.1.1, onder l. binnen 2 jaar na afgifte van de omgevingsvergunning en/of de planologische maatregel is uitgevoerd en kwalitatief en kwantitatief in stand wordt gehouden.
Het is verboden op of in de voor 'Water' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het bevoegd gezag verleent de vergunning als bedoeld in artikel 31.5.1 slechts nadat advies is ingewonnen bij de waterbeheerder.
Er is geen vergunning als bedoeld in artikel 31.5.1 vereist voor de waterhuishoudkundige elementen en structuren waarop de Keur van het Waterschap Limburg van toepassing is.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en ook voor:
met de daarbij behorende:
Voor zover de gronden ook zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 60.6.
Op en onder de voor 'Wonen' aangewezen gronden is bouwen toegestaan ten dienste van de bestemming, waarbij ook voldaan wordt aan de volgende bepalingen:
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:
Toegestaan aantal bouwlagen ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bouwlagen' | maximale bouwhoogte |
1 | 9,00 meter |
3 | 16,00 meter |
4 | 18,00 meter |
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' gelden de volgende regels:
Voor het bouwen gelden de volgende overige regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen overeenkomstig de regeling zoals opgenomen in artikel 60.4.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het toevoegen van een extra bouwlaag aan grondgebonden woningen, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het toevoegen van een extra bouwlaag aan aangebouwde bijgebouwen bij vrijstaande woningen, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het verhogen van de goothoogte van aangebouwde bijgebouwen bij grondgebonden woningen met 1,00 meter, mits de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 4/5 van de bouwhoogte van het hoofdgebouw, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het oprichten van een carport of overkapping tussen de grens van de aanduiding 'bijgebouwen' en de voorgevelrooilijn, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het oprichten van andere bouwwerken met een grotere bouwhoogte, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning het plaatsen van erfafscheidingen op hoeksituaties vóór de voorgevelrooilijn, met dien verstande dat:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van parkeervoorzieningen voor derden en het gebruik van de grond anders dan voor:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van opstallen voor:
Ruimten binnen de woning of in de bijgebouwen mogen worden gebruikt ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het gebruiken en/of het laten gebruiken van de voor 'Wonen' aangewezen gronden volgens de bestemming 'Wonen' is alleen toegestaan als de landschappelijke inpassing zoals bedoeld in artikel 32.1.1, onder al. en onder am. binnen 2 jaar na afgifte van de omgevingsvergunning en/of de planologische maatregel is uitgevoerd en kwalitatief en kwantitatief in stand wordt gehouden.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het gebruik van een bijgebouw als afhankelijke woonruimte, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van een aan huis verbonden bedrijf, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van een verblijfsrecreatieve voorziening in de vorm van bed&breakfast met dien verstande dat:
De voor 'Wonen - Garage' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en ook voor:
met de daarbij behorende:
Voor zover de gronden ook zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 60.6.
Op en onder de voor 'Wonen - Garage' aangewezen gronden is bouwen toegestaan ten dienste van de bestemming, waarbij ook voldaan wordt aan de volgende bepalingen:
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:
De bouwhoogte van bouwwerken, geengebouwen zijnde bedraagt ten hoogste 3,25 meter.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen overeenkomstig de regeling zoals opgenomen in artikel 60.4.
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de gronden anders dan voor:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van opstallen voor:
De voor 'Wonen - Landgoed' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en ook voor:
met de daarbij behorende:
Voor zover de gronden ook zijn gelegen binnen de dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen, voor zover niet strijdig met dit artikel, van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 60.6.
Op en onder de voor 'Wonen - Landgoed' aangewezen gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken worden gebouwd die qua aard en afmetingen passen binnen de bestemming, met dien verstande dat:
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen overeenkomstig de regeling zoals opgenomen in artikel 60.4.
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden voor of als:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van bouwwerken voor:
Het is verboden op of in de voor 'Wonen - Landgoed' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 34.5.1 vervatte verbod geldt niet voor:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 34.5.1 zijn slechts toelaatbaar, als door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de in de artikel 34.1.1 genoemde waarden, belangen en doeleinden niet onevenredig nadelig worden of kunnen worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de eerstbedoelde waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.
De voor 'Wonen - Woonwagenstandplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor zover de gronden ook zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 60.6.
Op en onder de voor 'Wonen - Woonwagenstandplaats' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gerealiseerd:
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:
Binnen het bestemmingsvlak bedraagt de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten hoogste 3,00 meter, met uitzondering van erfafscheidingen waarvan de bouwhoogte voor de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 1,00 meter en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 2,00 meter bedraagt.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen overeenkomstig de regeling zoals opgenomen in artikel 60.4.
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de onbebouwde gronden anders dan voor:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van opstallen voor:
Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van de milieusituatie, een omgevingsvergunning verlenen voor een bedrijfsmatige werk- en/of opslagruimte binnen de bestemming, mits:
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van ondergrondse leidingen voor hoge druk gastransport (inclusief voorzieningen).
De hartlijn van de leiding voor gastransport is gelegen ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - gas'.
Voor zover de gronden ook zijn gelegen binnen de overige aangewezen dubbelbestemmingen, bestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 60.6.
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, geldt dat op of in de in artikel 36.1 bedoelde gronden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de leiding(en) mogen worden gebouwd. Overige gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn niet toegestaan uit oogpunt van externe veiligheid en energieleveringszekerheid.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) als de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend als geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Gas' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden:
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden kan worden verleend als de betreffende werken en/of werkzaamheden de belangen van de leiding niet schaden.
Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 36.6.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder over de vraag of door de voorgenomen werken of werkzaamheden de belangen van de leiding niet worden geschaad en welke voorwaarden gesteld dienen te worden om eventuele schade te voorkomen.
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede aangewezen voor de aanleg, het beheer, de instandhouding en/of bescherming van (bovengrondse) hoogspanningsverbinding, met de daarbij behorende masten en veiligheidsvoorzieningen.
Voor zover de gronden ook zijn gelegen binnen de overige aangewezen dubbelbestemmingen, bestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 60.6.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het is verboden om zonder, op of in de in artikel 37.1 bedoelde gronden, een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod in artikel 37.5 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde en/of werkzaamheden die:
Tot het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 37.5 wordt eerst overgegaan, als uit het verkregen positief schriftelijk advies van de netbeheerder is gebleken dat hierdoor de veiligheid en leveringszekerheid niet blijvend onevenredig worden geschaad.
Aan de hand daarvan kan het bevoegd gezag desgewenst voorwaarden verbinden aan de vergunning, ter bescherming van bedoelde verbinding.
Tot een gebruik strijdig met de gebiedsregels, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend een gebruik dat geen rekening houdt met een ongestoorde werking van de bovengrondse hoogspanningsleiding en de risico's die ermee verbonden zijn.
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van ondergrondse leidingen voor riolering en watertransport (inclusief voorzieningen). De hartlijn van de leiding voor riolering is gelegen ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - riool'.
Voor zover de gronden ook zijn gelegen binnen de overige aangewezen dubbelbestemmingen, bestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 60.6.
Op de voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden mogen, in afwijking van het bepaalde in de afzonderlijke artikelen, uitsluitend worden gebouwd:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het oprichten van andere bebouwing binnen de voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden, met dien verstande dat:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de gronden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 38.5, onder b. t/m onder h., ten behoeve van het uitvoeren van de vermelde activiteiten, met dien verstande dat:
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de aldaar voorkomende andere bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van de archeologische waarden en oudheidkundige waardevolle elementen en/of terreinen, een en ander overeenkomstig de 'Archeologische beleidskaart' behorende bij deze regels (bijlage 2).
Voor zover de gronden ook zijn gelegen binnen de overige aangewezen dubbelbestemmingen, bestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 60.6.
Als ten behoeve van het oprichten van een bouwwerk, al dan niet in combinatie met het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden zoals bedoeld in artikel 39.1.1, de bodem van gronden aangewezen voor 'Waarde - Archeologie' zal worden verstoord voor een oppervlakte en tot een diepte groter dan aangegeven in onderstaande tabel (welke maten gelden voor het oprichten van een bouwwerk en als van toepassing het uitvoeren van werken en/of werkzaamheden tezamen) voor de verschillende waarde categorieën, zoals nader aangeduid in de 'Archeologische beleidskaart' behorende bij deze regels (bijlage 2), wordt een omgevingsvergunning uitsluitend verleend als voldaan wordt aan het bepaalde in de artikelen 39.2.2 en 39.2.3.
Voor waarde categorie 1, zijnde een beschermd archeologisch monument als bedoeld in artikel 1, lid c van de Monumentenwet 1998, dient op grond van art. 11 en 14 van de Monumentenwet 1988 een vergunning te worden overlegd, door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE).
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 39.2 met betrekking tot het laten uitvoeren van een inventariserend onderzoek en het overhandigen van een rapport over de waarde van het terrein, als een onafhankelijke deskundige het betreffende (bouw)plan heeft beoordeeld en heeft geconcludeerd dat geen archeologische waarden in het geding zijn.
Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in artikel 39.4.1 is niet van toepassing voor de werken en werkzaamheden:
De in artikel 39.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 39.4.1 zijn slechts toelaatbaar als door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de in artikel 39.1.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig nadelig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van de bedoelde waarden, niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.
Het bevoegd gezag kan de volgende voorschriften aan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, verbinden:
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de aldaar voorkomende andere bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van de archeologische waarden en oudheidkundige waardevolle elementen en/of terreinen, in het bijzonder voor zones met een middelhoge trefkans en zones met een lage trefkans met kans op een bijzondere dataset.
Voor zover de gronden ook zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels in artikel 60.6.
Als ten behoeve van het oprichten van een bouwwerk de bodem van gronden aangewezen voor de 'Waarde - Archeologie 2' voor meer dan 0,30 meter onder het maaiveld zal worden verstoord, dient in het geval dat de oppervlakte van het te verstoren gebied groter is dan 100 m² aan burgemeester en wethouders een rapport te worden overlegd over de archeologische waarde op basis van een inventariserend onderzoek uitgevoerd volgens de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie.
Als uit het in artikel 40.3.1 genoemde onderzoek blijkt dat de archeologische waarde van de gronden door het verlenen van een omgevingsvergunning zal of kan worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders aan de omgevingsvergunning voorschriften verbinden, zijnde:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 40.3.1 met betrekking tot het laten uitvoeren van een inventariserend onderzoek en het overhandigen van een rapport over de waarde van het terrein, als een onafhankelijke deskundige het betreffende (bouw)plan heeft beoordeeld en heeft geconcludeerd dat geen archeologische waarden in het geding zijn.
Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in artikel 40.5.1 is niet van toepassing voor de werken en werkzaamheden:
De in artikel 40.5.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, als:
dan wel;
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de aldaar voorkomende andere bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van de archeologische waarden en oudheidkundige waardevolle elementen en/of terreinen, in het bijzonder voor zones met een middelhoge trefkans en zones met een lage trefkans met kans op een bijzondere dataset.
Voor zover de gronden ook zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels in artikel 60.6.
Als ten behoeve van het oprichten van een bouwwerk de bodem van gronden aangewezen voor de 'Waarde - Archeologie 3' voor meer dan 0,30 meter onder het maaiveld zal worden verstoord, dient in het geval dat de oppervlakte van het te verstoren gebied groter is dan 250 m² aan burgemeester en wethouders een rapport te worden overlegd over de archeologische waarde op basis van een inventariserend onderzoek uitgevoerd volgens de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie.
Als uit het in artikel 42.3.1 genoemde onderzoek blijkt dat de archeologische waarde van de gronden door het verlenen van een omgevingsvergunning zal of kan worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders aan de omgevingsvergunning voorschriften verbinden, zijnde:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 41.3.1 met betrekking tot het laten uitvoeren van een inventariserend onderzoek en het overhandigen van een rapport over de waarde van het terrein, als een onafhankelijke deskundige het betreffende (bouw)plan heeft beoordeeld en heeft geconcludeerd dat geen archeologische waarden in het geding zijn.
Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in artikel 41.5.1 is niet van toepassing voor de werken en werkzaamheden:
De in artikel 41.5.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, als:
dan wel;
45.1.1 Algemeen
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de aldaar voorkomende andere bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van de archeologische waarden en oudheidkundige waardevolle elementen en/of terreinen, in het bijzonder voor zones met een middelhoge trefkans en zones met een lage trefkans met kans op een bijzondere dataset.
Voor zover de gronden ook zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels in artikel 60.6.
Als ten behoeve van het oprichten van een bouwwerk de bodem van gronden aangewezen voor de 'Waarde - Archeologie 4' voor meer dan 0,30 meter onder het maaiveld zal worden verstoord, dient in het geval dat de oppervlakte van het te verstoren gebied groter is dan 500 m² aan burgemeester en wethouders een rapport te worden overlegd over de archeologische waarde op basis van een inventariserend onderzoek uitgevoerd volgens de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie.
Als uit het in artikel 42.3.1 genoemde onderzoek blijkt dat de archeologische waarde van de gronden door het verlenen van een omgevingsvergunning zal of kan worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders aan de omgevingsvergunning voorschriften verbinden, zijnde:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 42.3.1 met betrekking tot het laten uitvoeren van een inventariserend onderzoek en het overhandigen van een rapport over de waarde van het terrein, als een onafhankelijke deskundige het betreffende (bouw)plan heeft beoordeeld en heeft geconcludeerd dat geen archeologische waarden in het geding zijn.
Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in artikel 42.5.1 is niet van toepassing voor de werken en werkzaamheden:
De in artikel 42.5.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, als:
dan wel;
De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de aldaar voorkomende andere bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van de archeologische waarden en oudheidkundige waardevolle elementen en/of terreinen, in het bijzonder voor zones met een middelhoge trefkans en zones met een lage trefkans met kans op een bijzondere dataset.
Voor zover de gronden ook zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels in artikel 60.6.
Als ten behoeve van het oprichten van een bouwwerk de bodem van gronden aangewezen voor de 'Waarde - Archeologie 5' voor meer dan 0,40 meter onder het maaiveld zal worden verstoord, dient in het geval dat de oppervlakte van het te verstoren gebied groter is dan 1.000 m² aan burgemeester en wethouders een rapport te worden overlegd over de archeologische waarde op basis van een inventariserend onderzoek uitgevoerd volgens de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie.
Als uit het in artikel 43.3.1 genoemde onderzoek blijkt dat de archeologische waarde van de gronden door het verlenen van een omgevingsvergunning zal of kan worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders aan de omgevingsvergunning voorschriften verbinden, zijnde:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 43.3.1 met betrekking tot het laten uitvoeren van een inventariserend onderzoek en het overhandigen van een rapport over de waarde van het terrein, als een onafhankelijke deskundige het betreffende (bouw)plan heeft beoordeeld en heeft geconcludeerd dat geen archeologische waarden in het geding zijn.
Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in artikel 43.5.1 is niet van toepassing voor de werken en werkzaamheden:
De in artikel 43.5.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, als:
dan wel;
De voor artikel 'Waarde - Beekdal' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor instandhouding en versterking van de natuurlijke waterhuishouding, betreffende zowel het oppervlaktewater als het grondwater, en de daarvan afhankelijke landschappelijke en natuurlijke waarden, en ook de realisering van een veerkrachtig watersysteem geschikt voor waterconservering en opvang van hoge waterafvoeren.
Voor zover de gronden ook zijn gelegen binnen de overige aangewezen dubbelbestemmingen, bestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 60.6.
32.2.1 Algemeen
Op en onder de voor 'Waarde - Beekdal' aangewezen gronden mogen, in afwijking van het bepaalde in de afzonderlijke artikelen, uitsluitend worden gebouwd:
Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Beekdal' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in artikel 44.3.1 is niet van toepassing voor:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 44.3.1 zijn slechts toelaatbaar, als voor de werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de in artikel 44.1.1 genoemde waarden, belangen en doeleinden niet onevenredig nadelig worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de eerstbedoelde waarden niet wezenlijk worden verkleind.
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van ter plaatse bestaande cultuurhistorische en oudheidkundig waardevolle elementen (monumenten en karakteristieke bebouwing) en patronen (beplantingspatronen, verkavelingen, wegenpatronen, het stedenbouwkundig beeld).
Voor zover de gronden ook zijn gelegen binnen de overige aangewezen dubbelbestemmingen, bestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 60.6.
Op de voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden, met daarbinnen ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' de beschermde rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten, zoals opgenomen in bijlage 3 (Monumentenlijst), mag slechts worden gebouwd als en voor zover zulks nodig is voor het behoud en/of herstel van de bestaande bebouwing, mits:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het bouwen ten behoeve van de onderliggende bestemmingen met dien verstande dat:
Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 45.4.1 bepaalde is niet van toepassing voor:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 45.4.1 zijn slechts toelaatbaar, als voor de werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de in artikel 45.1.1 genoemde waarden, belangen en doeleinden niet onevenredig worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de eerstbedoelde waarden niet wezenlijk worden verkleind.
De voor 'Waarde - Ecologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor instandhouding en versterking van de samenhang tussen abiotische (niet-levende natuur) en biotische (levende natuur) kenmerken van de betreffende besluitgebiedsdelen.
Voor zover de gronden ook zijn gelegen binnen de overige aangewezen dubbelbestemmingen, bestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 60.6.
Op en onder de voor 'Waarde - Ecologie' aangewezen gronden mogen, in afwijking van het bepaalde in de afzonderlijke artikelen, uitsluitend worden gebouwd:
met dien verstande, dat:
Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Ecologie' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in artikel 46.3.1 is niet van toepassing voor:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 46.3.1 zijn slechts toelaatbaar, als voor de werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de in artikel 46.1.1 genoemde waarden, belangen en doeleinden niet onevenredig nadelig worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de eerstbedoelde waarden niet wezenlijk worden verkleind.
De voor 'Waarde - Landschapselementen' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor instandhouding en herstel van de aanwezige kleinschalige landschapselementen en de daarmee samenhangende landschappelijke en natuurlijke waarden, en ook het daarmee samenhangende waterbergend vermogen van de grond, een en ander zoals nader aangeduid op de als bijlage 12 bij deze regels gevoegde kaarten met landschapselementen.
Voor zover de gronden ook zijn gelegen binnen de overige aangewezen dubbelbestemmingen, bestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 60.6.
Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Landschapselementen' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in artikel 47.2.1 is niet van toepassing voor:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 47.2.1 zijn slechts toelaatbaar:
De voor 'Waterstaat - Erosie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen(en), primair bestemd voor erosie remmende maatregelen, overeenkomstig de Keur van het Waterschap Limburg.
Voor zover de gronden ook zijn gelegen binnen de overige aangewezen dubbelbestemmingen, bestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 60.6.
Op en onder de voor 'Waterstaat - Erosie' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen bouwwerken zijnde ten dienste van de onderliggende bestemming worden opgericht.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 48.2, ten behoeve van het bouwen van bouwwerken binnen de beschermingszone mits:
Het bevoegd gezag wint, alvorens af te wijken, advies in bij de waterbeheerder zijnde het waterschap.
Op de gronden met de dubbelbestemming 'Waterstaat - Erosie' zijn de gebods- en verbodsbepalingen van de Keur van het Waterschap Limburg van toepassing.
Het is verboden op of in de voor 'Waterstaat - Erosie' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in artikel 48.5.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 48.5.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de in artikel 48.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van de bedoelde waarden, niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.
De voor 'Waterstaat - Inundatiegebied' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor de functie inundatiegebied overeenkomstig de Keur van het Waterschap Limburg.
Voor zover de gronden ook zijn gelegen binnen de overige aangewezen dubbelbestemmingen, bestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 60.6.
Op en onder de voor 'Waterstaat - Inundatiegebied' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de genoemde bestemming worden gebouwd.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 49.2 ten behoeve van het bouwen van bouwwerken binnen de beschermingszone mits:
Het bevoegd gezag wint, alvorens af te wijken, advies in bij de waterbeheerder zijnde het waterschap.
Op de gronden met de dubbelbestemming 'Waterstaat - Inundatiegebied' zijn de gebods- en verbodsbepalingen van de Keur van het Waterschap Limburg van toepassing.
Het is verboden op of in de voor 'Waterstaat - Inundatiegebied' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in artikel 49.5.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 49.5.1 zijn slechts toelaatbaar als hierdoor geen onevenredige nadelige schade wordt of kan worden toegebracht aan het inundatiegebied en/of de beekdalen en de hier in voorkomende natuurwetenschappelijke en landschap ecologische waarde.
De voor 'Waterstaat - Meanderzone' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor primair water dat door natuurlijke verplaatsing zijn bedding kan verleggen overeenkomstig de Keur van het Waterschap Limburg.
Voor zover de gronden ook zijn gelegen binnen de overige aangewezen dubbelbestemmingen, bestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 60.6.
Op en onder de voor 'Waterstaat - Meanderzone' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de genoemde bestemming worden gebouwd.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 50.2, ten behoeve van het bouwen van bouwwerken binnen de beschermingszone mits:
Het bevoegd gezag wint, alvorens af te wijken, advies in bij de waterbeheerder zijnde het waterschap.
Op de gronden met de dubbelbestemming 'Waterstaat - Meanderzone' zijn de gebods- en verbodsbepalingen van de Keur van het Waterschap Limburg van toepassing.
Het is verboden op of in de voor 'Waterstaat - Meanderzone' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in artikel 50.5.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 50.1 zijn slechts toelaatbaar als hierdoor geen onevenredige nadelige schade wordt of kan worden toegebracht aan de meanderzone en/of de beekdalen en de hier in voorkomende natuurwetenschappelijke en landschap ecologische waarde.
De voor 'Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor een waterbergende functie.
Voor zover de gronden ook zijn gelegen binnen de overige dubbelbestemmingen, bestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen, voor zover niet strijdig met dit artikel, van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 60.6.
Op en onder de tot 'Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed' bestemde gronden mogen geen bouwwerken worden opgericht. Bestaande bouwwerken mogen in hun huidige omvang worden gehandhaafd.
Met dien verstande dat geen onevenredige nadelige afbreuk wordt gedaan aan het belang van het waterbergend rivierbed, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in artikel 51.2 en toegestaan worden dat op de gronden binnen deze bestemming wordt gebouwd, mits positief advies is verkregen van Rijkswaterstaat. Hierbij wordt door Rijkswaterstaat aan de volgende criteria getoetst:
De voor 'Waterstaat - Waterbergend rivierbed' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor een waterbergende functie.
Voor zover de gronden ook zijn gelegen binnen de overige dubbelbestemmingen, bestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen, voor zover niet strijdig met dit artikel, van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 60.6.
Op en onder de voor 'Waterstaat - Waterbergend rivierbed' bestemde gronden mogen geen bouwwerken worden opgericht. Bestaande bouwwerken mogen in hun huidige omvang worden gehandhaafd.
Met dien verstande dat geen onevenredige nadelige afbreuk wordt gedaan aan het belang van het waterbergend rivierbed, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in artikel 52.2 en toegestaan worden dat op de gronden binnen deze bestemming wordt gebouwd, mits positief advies is verkregen van Rijkswaterstaat. Hierbij wordt door Rijkswaterstaat aan de volgende criteria getoetst:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor de inrichting en het onderhoud van waterstaatkundige werken, in het bijzonder een primaire waterkering, en ook voor tijdelijke voorzieningen voor het Grensmaasproject.
Voor zover de gronden ook zijn gelegen binnen de overige dubbelbestemmingen, bestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen, voor zover niet strijdig met dit artikel, van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 60.6.
Op en onder de tot 'Waterstaat - Waterkering' bestemde gronden mogen geen bouwwerken worden opgericht, uitgezonderd andere bouwwerken, niet zijnde overkappingen, nodig voor het behoud en onderhoud van de waterkering, met een bouwhoogte van maximaal 3,00 meter.
Bestaande bouwwerken mogen in hun huidige omvang worden gehandhaafd.
Met dien verstande dat geen onevenredige nadelige afbreuk wordt gedaan aan het belang van de waterkering, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in artikel 53.2 en toegestaan worden dat op de gronden binnen deze bestemming wordt gebouwd, met dien verstande dat:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik gronden en opstallen voor en/of als:
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren die voorkomen in de onderstaande opsomming:
Deze omgevingsvergunning kan slechts worden verleend als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Het bepaalde in artikel 53.5.1 is niet van toepassing voor werken of werkzaamheden welke:
De in artikel 53.5.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend als door de werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvoor hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de in artikel 53.1 genoemde doeleinden niet onevenredig nadelig worden of kunnen worden aangetast, gehoord de waterkeringsbeheerder. Voor zover het betreft een vergunning waarbij de waterhuishouding en/of de waterafvoer in het geding is, wordt vooraf het waterschap gehoord.
De voor 'Waterstaat - Waterlopen' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor bescherming, beheer, onderhoud en waterstaatsdoeleinden (zoals beheersing van de waterstand) van primaire wateren, zoals vaarwegen, watergangen en regenwaterbuffers, voor zover van toepassing overeenkomstig de Keur van het Waterschap Limburg.
Voor zover de gronden ook zijn gelegen binnen de overige dubbelbestemmingen, bestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen, voor zover niet strijdig met dit artikel, van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 60.6.
Binnen de voor 'Waterstaat - Waterlopen' aangewezen gronden mogen, in afwijking van het bepaalde in de afzonderlijke artikelen, uitsluitend worden gebouwd:
Met betrekking tot de bouwwerken gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 54.2 ten behoeve van het oprichten van andere bebouwing binnen de voor 'Waterstaat - Waterlopen' aangewezen gronden, met dien verstande dat:
Op de voor 'Waterstaat - Waterlopen' aangewezen gronden zijn de gebods- en verbodsbepalingen van de Keur van het Waterschap Limburg van toepassing
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het is verboden op de in het plan begrepen gronden enig bouwwerk te bouwen, waarbij de bouwgrens wordt overschreden, uitgezonderd overschrijdingen, die volgens deze regels zijn toegestaan.
Als afstanden tot, en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of op grond van de Woningwet, op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan meer bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als maximaal toelaatbaar worden aangehouden.
Als afstanden tot, en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of op grond van de Woningwet, op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan minder bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als minimaal toelaatbaar worden aangehouden.
Het is niet toegestaan voor de voorgevel of in het verlengde daarvan zwembaden, jacuzzi's en vergelijkbare bouwwerken te bouwen. Voor het overige geldt voor het bouwen van zwembaden het bepaalde in 56.4.2, onder c.
Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden gelden, behoudens in de bij hoofdstuk 2 bij de (dubbel)bestemmingen opgenomen bepalingen, geen beperkingen.
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende bepalingen:
Het is verboden de gronden en bouwwerken in dit plan te gebruiken en/of te doen en/of het laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de gegeven bestemming(en).
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het plan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van opstallen voor het beroepsmatig verlenen van diensten op het gebied van prostitutie en/of een seksinrichting en/of escortbedrijf.
Ten aanzien van kamerbewoning in een woning of woonwagen gelden de volgende bepalingen:
Op de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘geluidzone - luchtvaart 35 Ke-contour’, mogen, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen geluidsgevoelige functies worden opgericht.
Op de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘geluidzone - luchtvaart 40 Ke-contour’, mogen, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen geluidsgevoelige functies worden opgericht.
Op de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘geluidzone - luchtvaart 45 Ke-contour’, mogen, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen geluidsgevoelige functies worden opgericht.
Op de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘geluidzone - luchtvaart 50 Ke-contour’, mogen, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen geluidsgevoelige functies worden opgericht.
Op de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘geluidzone - luchtvaart 47 BKL’, mogen, mogen woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen in de zin van het Besluit geluidsbelasting kleine luchtvaart slechts worden opgericht, indien wordt voldaan aan het bepaalde in hoofdstuk IV artikelen 8 en 9 van genoemd besluit.
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - spoor' mogen geen geluidsgevoelige objecten worden gerealiseerd.
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 47.2.1, met dien verstande dat de geluidsbelasting vanwege spoorweglawaai aan de gevels van de te realiseren objecten niet hoger mag zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verleende hogere grenswaarde.
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - beschermingsgebied Nationaal Landschap Zuid-Limburg' is duurzaam behoud en bescherming van de landschappelijke kwaliteiten noodzakelijk. Daarbij dient rekening gehouden te worden met dan wel afstemming te worden gezocht met het beleid ter zake van de Omgevingsverordening Limburg.
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - bodembeschermingsgebied' is duurzaam behoud van kwetsbare functies en waarden als bijzondere bescherming van de bodem noodzakelijk. Het streven is naar een kwaliteit van bodem, grondwater en landschap die voldoet aan de eisen die de aanwezige bijzondere biotische, abiotische en cultuurhistorische waarden stellen. Daarbij dient rekening gehouden te worden met dan wel afstemming te worden gezocht met het beleid ter zake van de Provinciale Omgevingsverordening Limburg en het Provinciaal Omgevingsplan Limburg..
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - geurzone' mogen geen milieugevoelige bestemmingen worden gevestigd.
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' zijn de gronden mede bedoeld voor bescherming van de kwaliteit van het grondwater ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening. Er dient rekening te worden gehouden met het beleid ter zake van de Provinciale Omgevingsverordening Limburg en het Provinciaal Omgevingsplan Limburg.
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - waterwingebied' zijn de gronden mede bedoeld voor de winning van (drink)water uit het grondwater.
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - waterwingebied' is het verboden om bebouwing en bouwwerken op te richten, die niet direct verbonden zijn aan de waterwinning, en ook nieuwe bedrijven te vestigen. Aan bestaande bedrijvigheid, gebruik en beheer worden enkel ontwikkelingen toegestaan die geen bedreiging vormen voor de kwaliteit van de bodem en het grondwater.
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - bedrijven' mogen geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gerealiseerd.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 58.8.1, met dien verstande dat:
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - leiding' mogen geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gerealiseerd.
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 58.9.1, met dien verstande dat:
Ter plaatste van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' is het oprichten van nieuwe kwetsbare objecten, zoals woningen, scholen, bejaarden-, verzorgings- en ziekenhuizen, niet mogelijk als en voor zover deze hinder niet is opgeheven.
Ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - plasbrandaandachtsgebied' mogen geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gerealiseerd.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 58.11.1, met dien verstande dat:
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen' dienen nieuwe ontwikkelingen of uitbreidingen van inrichtingen vooraf in het kader van externe veiligheid te worden getoetst en te voldoen aan de plaatsgebonden en/of groepsgebonden risico's.
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen spoor' leidt de aanwezigheid van het spoor tot inachtneming van een onderzoekszone van 0-50 meter voor individueel risico, waarbinnen alleen gebouwd mag worden volgens de nota 'risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen' van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Verder geldt ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen spoor' een aandachtsgebied voor groepsrisico.
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - spoor' mag (volgens het bepaalde in de artikelen 19 tot en met 22 van de Spoorwegwet) niet worden gebouwd en mogen geen werken of werkzaamheden worden uitgevoerd in strijd met de Spoorwegwet, zonder ontheffing door of vanwege de Minister van Infrastructuur en Milieu.
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - vaarweg' mag, ongeacht de onderliggende bestemming, op deze gronden geen bebouwing worden opgericht.
Burgemeester en wethouders kunnen, gehoord Rijkswaterstaat, een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het oprichten van bebouwing op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - vaarweg' overeenkomstig het bepaalde in de onderliggende bestemming, met dien verstande dat:
Tijdelijke voorzieningen voor het project Grensmaas mogen uitsluitend gerealiseerd worden:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en afmetingen van de tijdelijke werkwegen, ringdijk en gronddepots als dit noodzakelijk is:
Een ongelijkvloerse kruising voor het project Grensmaas mag uitsluitend gerealiseerd worden ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - zoekgebied ongelijkvloerse kruising'.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en afmetingen van de ongelijkvloerse kruising als dit noodzakelijk
is:
bouwhoogte (m+NAP) = referentiehoogte (m+NAP) + (afstand tot startbaan - 150m) / 7 waarin:
referentiehoogte = Referentiehoogte van de start- en landingsbaan (in m+NAP) zoals opgenomen in de bijlage 'Referentiehoogtes start- en landingsbaan', gemeten haaks ten opzichte van de start- en landingsbaan. Indien bebouwing verder noordelijk of zuidelijk ligt dan de threshold, geldt als referentiehoogte de hoogte van de treshold.
afstand tot startbaan = Afstand tot het hart van de start- en landingsbaan, gemeten haaks ten opzichte van de start- en landingsbaan. Indien bebouwing verder noordelijk of zuidelijk ligt dan de threshold, wordt de afstand gemeten ten opzichte van het verlengde van het hart van de start- en landingsbaan.
Ter plaatse van de aanduiding 'luchtvaartverkeerzone - RESA' is het niet toegestaan bouwwerken te bouwen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten aanzien van de ligging van de aanduidingen voor de luchtvaartverkeerzones zoals bedoeld in artikel 58.21.1 tot en met artikel 58.21.8 en/of ten aanzien van de ligging van de toetsingsvlakken zoals opgenomen in bijlage 18 'Toetsingsvlakken CNS apparatuur', als een wijziging van de toetsingsvlakken daar aanleiding toe geeft en een positief advies is afgegeven door LVNL.
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de regels van het plan ten aanzien van:
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het afwijken van de regels van het plan, dient het onderstaande in acht te worden genomen:
In deze regels wordt, voor zover het de afwijkingsregels betreft, onder burgemeester en wethouders mede verstaan elk ander bevoegd gezag ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of diens rechtsopvolger.
Als en voor zover in deze regels of in de verbeelding wordt verwezen naar wettelijke regelingen, dienen deze regelingen te worden gelezen, zoals deze luiden op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan.
Als en voor zover in deze regels of in de verbeelding wordt verwezen naar gemeentelijke regelingen, dienen deze regelingen te worden gelezen, zoals deze luiden op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan.
Ten aanzien van bouwen en parkeernormen geldt dat:
Voor parkeren in de voortuin is het collegeadvies 'Parkeren in de voortuin' van 15 april 2003 van toepassing, zoals opgenomen in bijlage 4 ('Parkeren in de voortuin') van de regels.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:
ten behoeve van:
Bouwwerken mogen alleen worden opgericht in de kern als deze in overeenstemming zijn met het bepaalde in het 'Beeldkwaliteitplan Kom Bunde', 'Beeldkwaliteitplan Kom Geulle', 'Beeldkwaliteitplan op hoofdlijnen, Meerssen, Rothem en Weert' of het 'Beeldkwaliteitplan Kom Ulestraten'.
Bij het toepassen van afwijkingsbevoegdheden ingevolge deze regels, worden de beeldkwaliteitplannen in acht genomen, zoals opgenomen in artikel 60.5.1.
In het geval van strijdigheid van belangen tussen een bestemming en een dubbelbestemming gaat het belang van de dubbelbestemming voor.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden op grond van een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Burgemeester en wethouders kunnen in afwijking van het bepaalde in artikel 61.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
Het bepaalde in artikel 61.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het plan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 61.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Als het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Naam | Geboortedatum | Adres | Gebruik |
J.H.F.M. Timmermans | 5 juli 1955 | Eikenlaan ongenummerd/ Papenweg 79, Bunde | aannemersbedrijf |
dhr. D.J.H.J. Ummels | 11 oktober 1990 | Bunderstraat 206, Meerssen | showroom met een oppervlakte van maximaal 197 m² ten behoeve van kunststofkozijnen, gokkasten en inboedels afkomstig uit faillissementen |
hr. G.M.A.F. Huynen en mevr. M.H.M. Huynen-Hazen |
9 maart 1964 3 februari 1978 |
Bunderstraat 207, Meerssen | AGF-winkel (winkel in aardappelen, groenten en fruit) en de verkoop van seizoensgebonden producten. |
dhr. V. Bouwens en mw. E. Wilbers | 8 maart 1958 3 januari 1966 |
Hoolhuis 7c, Bunde | standplaats voor één woonwagen |
Het bepaalde in artikel 61.4 is niet van toepassing op het gebruik dat al in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels met bijlagen worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Meerssen' van de gemeente Meerssen.