direct naar inhoud van Artikel 9 Bedrijf - Nutsvoorziening
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0938.BP05000-VG01

Artikel 9 Bedrijf - Nutsvoorziening

9.1 Bestemmingsomschrijving
9.1.1 Algemeen

De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. nutsvoorzieningen, alsmede de daarbij behorende ondergrondse leidingen en daarbij behorende zonering;

met de daarbij behorende:

  • b. voorzieningen, zoals verharding, wegen, paden, parkeervoorzieningen en groen;
  • c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • d. bouwwerken geen gebouwen zijnde.
9.1.2 Dubbelbestemmingen en aanduidingen

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen, voor zover niet strijdig met dit artikel, van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 51.5.

9.2 Bouwregels
9.2.1 Algemeen

Op de voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen, geen woning zijnde, ten behoeve van de in 9.1.1 genoemde doeleinden;
  • b. de daarbij behorende andere bouwwerken, niet zijnde overkappingen, die qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen.
9.2.2 Regels met betrekking tot het bouwvlak

Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen dienen in het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de goothoogte van een gebouw mag niet minder bedragen dan 2.60 meter en niet meer dan 3.50 meter;
  • c. de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer dan 5.00 meter bedragen.
9.2.3 Overige regels met betrekking tot bebouwing

Binnen het bestemmingsvlak mag de bouwhoogte van andere bouwwerken, niet zijnde overkappingen, niet meer dan 3.50 meter bedragen, met uitzondering van telecommunicatiemasten, waarvan de bouwhoogte ten hoogste 20.00 meter mag bedragen en erfafscheidingen waarvan de bouwhoogte maximaal 2.00 meter mag bedragen.

9.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen overeenkomstig de regeling zoals opgenomen in artikel 51.4.

9.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot een bouwhoogte die nodig is voor de veiligheid en het functioneren van de betreffende nutsvoorziening, met dien verstande dat bij het verlenen van de omgevingsvergunning de bepalingen in acht worden genomen, zoals opgenomen in artikel 48.2.

9.5 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de grond voor:

  • a. opslag;

en anders dan voor en/of als:

  • b. groen;
  • c. oppervlakteverhardingen.