direct naar inhoud van Artikel 22 Sport
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0938.BP05000-VG01

Artikel 22 Sport

22.1 Bestemmingsomschrijving
22.1.1 Algemeen

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. recreatieve doeleinden op sportgebied;
  • b. sportvelden ten behoeve van sport- en speldoeleinden;
  • c. een kantine, ondergeschikt aan de recreatieve doeleinden op sportgebied;

met de daarbij behorende:

  • d. verkeersvoorzieningen;
  • e. groen- en speelvoorzieningen;
  • f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • g. parkeervoorzieningen uitsluitend voor het toegestane gebruik en met inachtname van het parkeerbeleid uit artikel 51.3.2 en 51.3.3;
  • h. bouwwerken geen gebouwen zijnde;
  • i. doeleinden van openbaar nut.
22.1.2 Dubbelbestemmingen en aanduidingen

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen, voor zover niet strijdig met dit artikel, van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 51.5.

22.2 Bouwregels
22.2.1 Algemeen

op de voor 'Sport' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen, geen woning zijnde, waaronder kantines, kleedlokalen en tribunes ten behoeve van de in 22.1.1 genoemde doeleinden;
  • b. de daarbij behorende andere bouwwerken, niet zijnde overkappingen, welke qua aard en afmeting bij deze bestemming passen.
22.2.2 Regels met betrekking tot het bouwvlak

Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen dienen in het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de goothoogte van gebouwen mag ten hoogste 4.50 meter bedragen;
  • c. de bouwhoogte van gebouwen mag ten hoogste 9.00 meter bedragen.
22.2.3 Overige regels met betrekking tot bebouwing
  • a. buiten het bouwvlak mag maximaal 40.00 m2 aan ondergeschikte gebouwen worden opgericht, waarvan de bouwhoogte maximaal 3.50 meter mag bedragen;
  • b. buiten het bouwvlak mag een tribune worden opgericht, waarvan de bouwhoogte maximaal 6.00 meter mag bedragen en de oppervlakte maximaal 240 m2;
  • c. binnen het bestemmingsvlak mag de bouwhoogte van andere bouwwerken, niet zijnde overkappingen, niet meer dan 3.50 meter bedragen, met uitzondering van:
    • 1. erfafscheidingen waarvan de bouwhoogte niet meer dan 2.00 meter mag bedragen;
    • 2. ballenvangers waarvan de bouwhoogte maximaal 6.00 meter mag bedragen;
    • 3. vlaggenmasten, verlichting en plastische kunstwerken waarvan de bouwhoogte niet meer dan 8.00 meter mag bedragen;
    • 4. lichtmasten waarvan de bouwhoogte niet meer dan 20.00 meter mag bedragen.
22.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen overeenkomstig de regeling zoals opgenomen in artikel 51.4.

22.4 Afwijken van de bouwregels
22.4.1 Afwijken van de bouwregels ten behoeve van het oprichten van kunstobjecten

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van de oprichting van kunstobjecten en dergelijke, met dien verstande dat:

  • a. deze qua aard en omvang in de omgeving passen met een maximum oppervlakte van 10 m² per object;
  • b. in het geval van speelvoorzieningen: uit onderzoek naar de gesteldheid van de bodem is gebleken, dat er vanuit milieuhygiënisch opzicht geen belemmeringen aanwezig zijn. Voor zover uit dat onderzoek een verontreiniging naar voren komt, dienen de gronden te worden gesaneerd in overeenstemming met de saneringsaanpak zoals opgenomen in de Wet bodembescherming;
  • c. de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, niet meer bedraagt dan 3.50 meter;
  • d. bij het verlenen van de omgevingsvergunning de bepalingen in acht worden genomen, zoals opgenomen in artikel 48.2.
22.5 Specifieke gebruiksregels
22.5.1 Gebruik van de grond

Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de grond anders dan voor:

  • a. recreatieve doeleinden op sportgebied;
  • b. tuin en/of groenvoorzieningen;
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. opslagdoeleinden, ten behoeve van normaal bij de bestemming van de grond behorend gebruik. Als strijdig gebruik wordt in ieder geval aangemerkt de opslag van explosie- en/of brandgevaarlijke goederen en stoffen.
22.5.2 Gebruik van opstallen

Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van opstallen voor:

  • a. ambachtelijke en/of industriële doeleinden;
  • b. detailhandel en groothandel;
  • c. horeca, anders dan ondergeschikt en voortvloeiend uit het toegestane gebruik;
  • d. verblijfsrecreatie;
  • e. wonen;
  • f. opslagdoeleinden, anders dan in verband met het toegelaten gebruik, waarbij in ieder geval als strijdig gebruik wordt aangemerkt: brand- en explosiegevaarlijke opslag, waaronder opslagruimte voor vuurwerk.